■p - 5 - Artikel 38 kost erg veel tijd merkte de voorzitter op, maar spreker denkt dat indien een normale weg wordt bewandeld voor het meewerken aan de wijzi ging van het bestemmingsplan met eenzelfde tijdsperiode rekening moet worden gehouden. Als een paar maanden voor toepassing artikel 38 niet zullen kunnen vraagt spreker zich af of dat wel kan voor de bestemmingsplanwijziging. Het door de voorzitter gebruikte tijdsargument wordt in twijfel getrokken. Reeds in oorsprong heeft de minister ons gezegd dat wij moesten doen wat hij wilde anders zou hij een Koninklijk Besluit vaststellen op grond van artikel 66. Alles overwegend denkt spreker dat we artikeT 3§ de mogelijkheid moeten laten varen, het was misschien mogelijk geweest dat we deze mogelijkheid in het eerste voorstel hadden meegenomen, maar gedane zaken nemen geen keer. Nu staan we voor de keuze wat te doen. Doen we nu niets dan krijgen we artikel 66 en dan wordt daarmede de rechtsgang voor de burger volledig geblokkeerd. Succes op beroep bij AROB rechter is niet te verwachten. Persoonlijk denk ik dat wanneer men een Koninklijk Besluit tracht te voorkomen dat dan de enige mogelijkheid is mee te werken aan de wijziging van een bestemmingsplan. Spreker ziet dit zeker niet als een ommezwaai, spreker is en blijft te allen tijde tegen plaatsing van kruisvluchtwapens en is nog steeds van mening dat dit geen goede zaak is. Wettelijke mogelijkheden om plaatsing te voorkomen zijr niet meer aanwezig. Het belang van de gemeente wordt nu meer gediend door mee te werken aan de wijziging van het bestemmingsplan en de burgers de wettelijke mogelijkheid te geven om bezwaar daartegen in te brengen dan nu niets te doen en toepassing van artikel 66 te krijgen. Het is overigens nog twijfelachtig dat wij bij medewerking artikel 66 niet krijgen gezien de standpunten zoals die nu ter tafel liggen. De heer Wils deelt mede dat de kaart nu zo ligt zoals deze in 1983 eigenlijk al aangekondigd is. De minister heeft toen al gezegd dat indien niet wordt meergewerkt hij zelf de nodige maatregelen zal nemen. De minister laat zich door de raad van de gemeente Woensdrecht niet ringeloren betreffende defensie zaken. Defensie is en blijft een exclusieve zaak van de Rijksoverheid. Al die jaren hebben wij als CDA fractie dat steeds verkondigd. Wij zitten nu, zowel wij als raad, als de minister, als de overeenkomst met de verenigde staten is ondertekend, in tijdsnood voor wat betreft de bouwwerken. Wij betreuren dat dit allemaal zo is gelopen. Wij hadden veel liever gezien dat de normale weg was gevolgd dan waren deze soort toestanden voorkomen. Gedane zaken nemen geen keer. Wij als C.D.A. fractie vinden het prima dat er weer aan gewerkt wordt. Wij denken dat het nog net niet te laat is. Het moet allemaal nog net kunnen, zodat wij kunnen blijven meepraten over hetgeen er in onze gemeente in de eerstkomende jaren gaat gebeuren. Spreker vraagt of de opmerkingen die door de diverse fracties en sprekers worden gemaakt, straks in een voorstel worden vertaald. Hoe is de verdere procedure. De heer Verduit deelt mede dat zijn principe bekend is inzake de plaatsing van kruisvluchtwapensAls dit vertaald gaat worden in een voorstel om medewerking te verlenen aan de wijziging van een bestemmingsplan dan moet hij uit eer en geweten daar nee tegen zeggen. De heer Kuijlen merkt op dat de eerste berichten van defensie waren dat de kruisvluchtwapens in Volkel geplaatst zouden worden. Naderhand is dat Woens drecht geworden. Wij hebben gedaan wat er konden om Woensdrecht af te wijzen en een andere plaats aan te wijzen. Wij moeten er genoegen mee nemen dat Woensdrecht als zodanig is aangewezen. De heer Beekhuijzen merkt op dat met zeer veel genoegen naar het betoog van de voorzitter is geluisterd. Het betoog is een samenvatting van hetgeen de fracties van de V.V.D. en C.D.A. al jaren hebben verkondigd. Er zijn nu nog twee mogelijkheden te weten de motieondertekenaars nemen opnieuw de stelling in van voor 15 november j.l. en wachten af wat er gaat gebeuren, hetgeen vrij duidelijk zal zijn, of het bestemmingsplan wordt ter visie ge legd. Spreker kan zich herinneren dat daarvoor wethouders ruim een jaar geledei voor naar huis zijn gestuurd, en is derhalve benieuwd hoe de huidige wethouder: daar nu over denken.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1985 | | pagina 129