1 De heer Piasmans merkt op dat het advies van de Rijksplanologische Commissie is gebaseerd op de situatie van vóór 1 juni 1984. Bovendien staat er in de door hem voorgelegde aanvulling op het raadsvoorstel dat er geen gebruik gemaakt zal worden van het wettelijk mogelijke Kroonberoep. De heer Beekhuijzen beaamt dat dit laatste van essentieel belang is, maar als artikel 37 Wet Ruimtelijke Ordening in werking gesteld wordt ontstaat er een normale bestemmingsplan-procedure en dat is volgens de Rijks Plano logische Commissie een procedure die al te lang duurt. De heer Piasmans deelt mede dat er voorbeelden zijn dat het op zeer korte termijn kan. De heer Konings deelt mede dat datgene wat de heer Piasmans heeft verwoord voor hem een grote stap en verstrekkend compromis betekent. Hij gaat met de voorgestelde procedure akkoord omdat hij vindt dat de Woensdrechtse samen leving niet verscheurd mag worden. In zijn hart vindt hij nog steeds dat de raad niet mee zou moeten werken. Voor een goede verstandhouding zal hij het voorstel van de heer Piasmans steunen. De voorzitter merkt op dat als de gehele raad unaniem achter het aangevulde voorstel van de heer Piasmans staat hij in schat dat het zonder meer toepassei van artikel 66 Wet Ruimtelijke Ordening bij de Raad van State wel eens op grote moeilijkheden zou kunnen stuiten, nu in feite de deur door de raad word- opengezet. De haalbaarheid van het voorstel acht spreker niet uitgesloten. Ten aanzien van wethouder Bogers antwoordt spreker dat de kosten van de be bouwing worden betaald uit het Navo-infra-structuur-fondsen niet door de Amerikaanse regering. Naar moet worden aangenomen zijn er vele plaatsen in Nederland waar kernwapens liggen opgeslagen en hij heeft nimmer vernomen dat daaromtrent moeilijkheden zouden zijn met de inning van legeskosten. Als dit zou zijn had zulks wel in de vakpers vermeld gestaan. Hij veronderstelt dat ook hier daarover geen moeilijkheden ontstaan. Voorts deelt hij aan het adres van wethouder Bogers mede dat het op zich niet ondenkbaar is dat de raad aan zijn voorstel toevoegt "indien de goedkeurings wet tot stand komt". Hiermede zou de 1% hoop op het niet doorgaan worden veilig gesteld. Inzake de opmerking van de heer Beekhuijzen dat de toepassing van artikel 37 Wet Ruimtelijke Ordening te lang zou duren, merkt spreker op dat als van alle kanten de instanties vlot met elkaar werken er alleen maar een ter visie-leggings-termijn van 1 maand ontstaat. Hij denkt niet dat die problematiek voor de Raad van State een reden is om de Minister toepassing van artikelen 66 Wet Ruimtelijke Ordening en 102 Woningwet toe te staan. Wethouder Bogers heeft met het voorstel van de heer Piasmans erg veel moeite. Hij heeft tijdens de schorsing voldoende toelichting ontvangen over de moge lijkheden als vervat in de artikelen 37 en 38 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dit in acht nemende en gezien het feit dat er voor de gemeente het beste uit moet worden gehaald, kan hij zich alsnog scharen achter het voorstel van de heer Piasmans. Hij zou er gelukkig mee zijn als de gehele raad zich achter dit voorstel kan scharen om het beste voor de gemeente te vinden. Wethouder Koulman geeft alleen de medewerking aan het voorstel van de heer Piasmans om de rechtsgang open te houden. De voorzitter deelt mede dat het college van burgemeester en wethouders het aangevulde voorstel overneemt. De heer Wils deelt mede dat toepassing van artikel 37 Wet Ruimtelijke Orde ning niet de weg is die de C.D.A. en V.V.D.-fractie al die jaren heeft voor gestaan. Hij vindt het echter prijzenswaardig dat de acht motie-ondertekenaar hebben meegezocht naar een oplossing. Hij deelt mede dat zijn fractie het voorstel met aanvulling van de heer Piasmans zal steunen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1985 | | pagina 123