- 4 -
"Maar sedert 1 november j.l. is er iets zeer principieels gewijzigd in de
feitelijke situatie.
De regering heeft na rijp beraad en na zwaarwegent rekening gehouden te
hebben met al wat in en buiten Nederland heeft plaats gevonden, uitvoering
gegeven aan haar besluit van 1 juni 1984.
Voorzitter, toen en nu heeft de volksvertegenwoordiging deze besluiten ge
toetst en akkoord bevonden. Zeker voor een lagere overheid hebben nu de
democratische spelregels hun rol gespeeld. Zelfs een organisatie als het
F.N.V. heeft zijn standpunt herzien; geen oproep meer tot boycot van bouw-
aktiviteiten in Woensdrecht.
De strekking van de met het C.D.A. ingediende motie is er in gelegen de
kommunikatie met de centrale overheid weer te herstellen.
Wij pleiten niet meer voor wijziging van het betreffende bestemmingsplan of
het afgeven van bouwvergunningen. Wij pleiten er alleen voor om de verhoudin
gen met de centrale overheid weer te normaliseren.
De gemeente kan dan weer meepraten over:
- welke wegen, waar aan te leggen;
- welke woningen en overige voorzieningen, waar te bouwen.
Ook wij zijn op de hoogte met de opstelling van de landelijke P.v.d.A. in
zake de plaatsing van kruisvluchtwapensOnze motie is er niet op uit dat de
P.v.d.A. zich voor plaatsing van kruisvluchtwapens laat verklaren.
Wij vragen van de lokale P.v.d.A. zich alleen uit te spreken over al dan niet
normale verhoudingen met hogere overheden.
Ook het Algemeen Belang en de heren Verduit en Kuijlen vragen wij niet princi
pieel van mening te veranderen, ook met deze motie kunt u principieel tegen
kruisvluchtwapens blijven.
Realiseert u zich alstublieft dat wij er in de naaste toekomst alleen maar
slechter van worden als we niet met de betrokken overheden over allerlei
zaken kunnen overleggen.
Laat niet een periode op ons afkomen waarvan het motto zal zijn "alles voor
u, alles zonder u"Doorbreek het huidige dilemma en steun deze motie van het
C.D.A. en de V.V.D.
De raad van de gemeente Woensdrecht in vergadering bijeen op 15 november 1985
Verwijzende naar de moties van 28 juni 1983 en 27 september 1983 waarin het
college wordt verzocht respectievelijk wordt opgedragen alle medewerking met
betrekking tot plaatsing van kruisvluchtwapens in de gemeente Woensdrecht
tot nader order te staken, gehoord de beslissing van de regering en kennis
hebbende genomen van de Kamerdebattenen de stemming terzake tot plaatsing van
48 kruisvluchtwapens op de vliegbasis Woensdrecht, draagt het college op de
bestuurlijke dialoog tussen gemeente en regering over de gevolgen voor onze
gemeente in verband met de plaatsing van kruisvluchtwapens met ingang van
heden te hervatten, draagt het college op in bovenstaande zin te antwoorden
op de brief van de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer d.d. 1 november 1985, kenmerk M 2287-351, en deze motie ter
kennis te brengen van de Eerste en Tweede Kamer der Staten Generaalgaat
over tot de orde van de dag.
W.J.M.Beekhuijzen, J.Klunder Nijland, P.A.M.Meeuwisse, C.W.F.M. de Weert
J.B.M.Wils.
De heer.Konings spreekt als volgt:
"Mijnheer de voorzitter, men zou kunnen zeggen, ook hier in de raad, de be
slissing is genomen. Laten we nu maar weer overgaan tot de orde van de dag,
laten we maar meewerken, dan kunnen we nog een paar centen verdienen. Voor
die redenering zou best wat te zeggen zijn, in een normale situatie. Maar
dit is geen normale situatie, want met de beslissing over de kruisrakketen
is iets bijzonders aan de hand.
Ten eerste is het zo, en ik vind dat ongehoord, dat voor het eerst in onze
geschiedenis een ander land de mogelijkheid krijgt van ons grondgebied
aanvalswapens te lanceren met een vernietigingskracht van 10-tallen keren
Hiroshima. Ten tweede is het de vraag of die beslissing niet in strijd is
met onze Grondwet. Persoonlijk vind ik dat het geval, maar daar zal in de
toekomst wel meer duidelijkheid over komen.