De voorzitter meent dat spoed werd betracht in verband met de aangelegenheden met betrekking tot Brabants Landschap. Overigens is hem thans niet voldoende bekend waarom die zaak niet op de raadsagenda is geplaatst. De heer Piasmans meent ook dat het nut van spoed niet is aange toond 7a. Verslag vergadering 15 maart 198^ commissie algemene zaken. De heer Schuurbiers deelt mede dat hij de vergadering van de c ommiss ie alge me ne zaken heeft gemist doordat de uitnodigingen na het weekend in de postbakjes zijn gedeponeerd. Gedurende het weekend voorafgaande aan de commissievergadering was hij nog ten gemeentehuize geweest om de post op te halen. De heer Piasmans merkt op dat het misverstand is ontstaan omdat de commissievergadering op donderdag in plaats van dinsdag is gehouden De voorzitter zegt toe dat er naar zal worden gestreefd dat in het vervolg de uitnodigingen voor commissievergaderingen tijdig zullen worden gereed gemaakt. 16. Inrichting en beheer Markiezaat. De heer Schuurbiers meeTrt dat nauwlettend moet worden toege zien op het werkelijk te voeren beheer binnen het betreffende gebied. Aangezien er nog geen beslissing is genomen over het beheer kan in die richting ook niet worden gesproken. Wethouder Klunder Nijland merkt op dat de brief moet worden be- schouwd als mededeling, aangezien deze is gericht aan de leden van de bestuurlijke commissie. De heer Konings informeert of hij op deze zaak kan terug komen tijdens de bestuurlijke informatie na afloop van de raadsvergade ring. De voorzitter ziet daarin geen enkel bezwaar. De heer Wils verwacht dat de ingediende bezwaren nog op een rij moeten worden gezet. De gemeente kan daarentegen via de eigendom ook nog een behoorlijke inbreng hebben. Hij geeft het college mee om contact te leggen met Rijkswaterstaat en daar te kennen te geven dat de gemeente zich ook zeker partij voelt. De voorzitter zegt toe dat de opmerkingen van de heren Schuur biers en Wils in het college van burgemeester en wethouders zul len worden besproken. De heer Bogers meent dat zolang het Brabants Landschap het be heer niet heeft er nog van alles mogelijk is. Er mag naar zijn mening niets gebeuren vooruitlopende op het beheer. Hij doelt in dit verband op het plaatsen van afrasteringen langs gebieden waar het Brabants Landschap geen zeggenschap heeft. 20. Bijdrage lesgeld instrumentaal muziekonderwijs. De heer Beekhuijzen meent dat het gemeentebestuur niet om de brief heen zal kunnen. Tijdens de hearing is reeds een nader onderzoek toegezegd. Hij verzoekt de inhoud van de brief nauw keurig te bestuderen en de problematiek in de commissie welzijn aan de orde te stellen. De voorzitter deelt mede dat conform aantekening de brief in behandeling is en of daarbij het advies van de commissie wel zijn te pas komt zal tevens worden beoordeeld. De heer Beekhuijzen wenst een duidelijk antwoord of het advies van de commissie welzijn zal worden gevraagd. Hij verwacht dat wanneer het advies van de commissie welzijn wordt gevraagd, die commissie ook duidelijk inzicht wordt verschaft in de voorge schiedenis.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1984 | | pagina 35