- 26 -
De heer Konings brengt in herinnering dat het college is
tot stand gebracht mede door de medewerking van de P.v.d.A.
Op het moment dat het vertrouwen werd opgezegd was er geen
meerderheid meer in de raad. De basis werd steeds smaller.
In de coaltie-overeenkomst was een passage opgenomen dat een
standpunt inzake eventuele kruisvluchtwapens geen breekpunt
behoefte te zijn voor het functioneren van het college. Die
ruimte was er binnen de gesloten overeenkomst. De wrevel is
echter ontstaan naar aanleiding van het besluit inzake het
multi-functioneel gebouw.
De heer de Jonge deelt mede dat zijn betoog ten aanzien van
wethouder Lenselink ook van toepassing is op wethouder
Klunder Nijland.
De heer Beekhuijzen verlangt schorsing.
De voorzitter schorst de vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering.
De" heer Beekhuijzen is van mening dat de P.v.d.A. uit de
cTöalitie is getreden niet vanwege het multi-functionele ge
bouw, maar vanwege de standpunten over de kruisvluchtwapens.
Hij heeft voorts geconstateerd dat de heer Piasmans niet is
ingegaan op een aantal door hem gestelde vragen. De tegenge
stelde verhoudingen in de raad op andere punten dan kruis
vluchtwapens blijken hem niet. Hij heeft sedert september
geïnventariseerd hoeveel raadsvoorstellen er zijn gedaan,
hoeveel er daarvan zijn aangenomen, aangehouden en verworpen
Van de 243 raadsvoorstellen zijn er 230 zonder hoofdelijke
stemming aangenomen, 6 met hoofdelijke stemming en van de 5
die zijn teruggenomen zijn er nadien 3 zonder hoofdelijke
stemming aangenomen en 2 verworpen. Deze cijfers wijzen over
duidelijk uit hoe de verhoudingen hebben gelegen. Er zijn
geen concrete antwoorden gekomen op zijn vragen en er zijn
ook geen voorbeelden genoemd. Hij betreurt dit.
De heer Wils vindt dat de heer Konings een vooruitziende
blik moet hebben gehad bij het aangaan der coalitie. Overi
gens merkt hij op dat in de overeenkomst tussen C.D.A.-
V.V.D. en P.v.d.A. niets is bepaald over kruisvluchtwapens
of standpunten dienaangaande.
De heer Lenselink vindt het erg grof om bij het zoeken naar
een motivatie de vakantie-periode daarbij aan te halen. Het
betoog van de P.v.d.A. heeft de zwakte aangetoond.
De heer Piasmans trekt de juistheid van de cijfers van de
heer Beekhuijzen in twijfel. Alleen al in de laatste raads
vergadering zijn ongeveer 4 voorstellen door het college
teruggenomen moeten worden. Door de heer Lenselink is zelf
in de richting van spreker een opmerking gemaakt over de
vakantie-periode. Dit is spreker persoonlijk verweten. De
heer Lenselink moest van de raad niets, maar hij wenste
zelf loco-burgemeester te spelen. Wanneer men zelf kiest,
moet men zelf de verantwoordelijkheid nemen. Door de heer
Lenselink is duidelijk van aanvang af gesteld dat hij geen
enkele moeite had om het loco-schap op zich te nemen.
De heer Konings vindt dat de wethouder het doet overkomen
alsof er eerlijk is gehandeld. Het tegendeel is waar. De
heer Wils heeft medegedeeld dat in de coalitie-overeenkomst
niets is opgenomen over kruisvluchtwapens. Als dit waar zou
zijn, is er op zijn minst bij de onderhandelingen toch wel
over gesproken
De heer Wils ontkent dat in de overeenkomst een dergelijke
bepaling is opgenomen. Of zulks bij de onderhandelingen
onderwerp is geweest is spreker niet bekend»