- 25 -
Tenslotte vraag ik u aan te geven wanneer en waar die raads-
meerderheid tegen het voorgestane personeelsbeleid is ge
bleken.
In punt 3 van de motivering wordt gesproken over het feit
dat "het niet benemen van de benodigde ambtenaren leidt
ondermeer tot een zeer onregelmatige werkverdeling die
leidt tot onrust bij de thans in dienst zijnde ambtenaren".
Mijnheer de voorzitter deze formulering is onduidelijk en
onlogisch. Ter verkrijging van de nodige duidelijkheid de
volgende vragen:
- hoe weet u hoeveel ambtenaren benodigd zijn;
- waarop baseert u dat aantal;
- waaruit maakt u op dat de verdeling van de werkzaamheden
"onregelmatig" is;
- waaruit en bij welke categorie personeel is u de onrust
gebleken en waarom is daar niet eerder op gereageerd.
In punt 4 van uw motivering stelt u onder meer "dat gezien
zijn handelen en de beantwoording van aan hem gestelde vra
gen gedurende zijn wethouderschap de wethouder Klunder-
Nijland blijk heeft gegeven van een gebrekkige kennis van
zakenKunt u mij concreet aangeven op welk vlak deze ge
brekkige kennis van zaken ligt?
Is dit organisatorisch, commercieel, technisch, op het gebied
van management?
Kunt u dit met voorbeelden onderbouwen U spreekt over
"slechte inzet". Inzet is per definitie niet objectief meet
baar, waarop basseert u de door u genoemde slechte inzet.
Vindt u dat hij te weinig op het gemeentehuis aanwezig is
geweest, heeft hij zich te weinig bemoeid met de "echte"
uitvoering van de werkzaamhedenis hij soms naar uw mening
te detaillistisch bezig geweest. Graag nadere concrete
voorbeelden. Als laatste geeft u aan "gebrek aan beleid".
Ook wij realiseren ons dat ieder beleid voor verbetering
vatbaar is, maar we moeten ons wel realiseren dat het be
leid wat nu wordt gevoerd, al een enorme vooruitgang is,
vergeleken bij een totale afwezigheid van beleid in de voor
gaande jaren. Juist het gebrek aan beleid op het functie
gebied openbare werken is de hoofdoverweging geweest bij
het tot stand komen van de coalitie CDA/VVD/PvdA
Het frappeert ons nu dat 4 ondertekenaars van het voorstel
tot ontslag instemmend aan de wieg van deze coalitie hebben
gestaan.
De heer Wils kan volledig meegaan met het door de heer
Beekhuijzen gestelde
De heer Piasmans deelt mede op vele vragen reeds te hebben
geantwoord bij de behandeling van het ontslag van de heer
Lenselink als wethouder. De manier waarop de voorzitter bij
het begin van de behandeling van dit punt de wethouder duide
lijk moest maken wat de bedoeling was is volgens spreker
typerend voor de werkwijze van deze wethouder. Het vertrouwen
is op 28 juni 1983 beschaamd. Hij maakt duidelijk dat er
echter een essentieel verschil bestaat tussen een college
steunen en een college wegstemmen. Spreker heeft bij wet
houder Klunder Nijland wel degelijk een gebrek aan kennis,
inzicht en inzet geconstateerd. Het is meermalen voorgekomen
dat de wethouder antwoorden moest schuldig blijven of moest
worden gecorrigeerd. Dat de vakantie van wethouder Lense
link in de war is geschopt is mede te danken aan de instel
ling van wethouder Klunder Nijland.