10 - 24 - De voorzitter wenst mevrouw Koulman succes bij de uit oefening van de functie. Wethouder Koulman neemt plaats achter de collegetafel VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN ONTSLAG AAN WETHOUDER J.KLUNDER NIJLAND. De voorzitter stelt voor om dezelfde procedure aan te houden als bij het voorstel tot het verlenen van ontslag aan wet houder Lenselink. Hij verwijst naar het door hem gestelde bij de behandeling van de ontslag-verlening aan wethouder Lenselink Wethouder Klunder Nijland wenst geen reactie te geven op het liggende voorstel. De heer Beekhuijzen spreekt als volgt: Voorzitter de VV .D-fractie heeft in eerste termijn alleen behoefte aan het stellen van een aantal vragen aan de 8 ondertekenaars van het voorstel tot het verlenen van tussen tijds ontslag aan wethouder J.Klunder Nijland zoals aange geven in de vorige raadsvergadering. In de vorige raadsvergadering is door de heer Piasmans, als woordvoerder van de 8 ondertekenaars, verklaard dat de motie van wantrouwen niet zou worden opgehangen aan de kruisvluchtwapens en aan de ontruiming van het V.A.K.. Voorzitter het heeft de V.V.D. hogelijk verbaasd dat het systematisch beschamen van het vertrouwen door de wethouder is begonnen na 28 juni 1983. De dag waarop de eerste motie tegen de locatie keuze Woensdrecht in deze raad werd aange nomen. Bovendien wordt in punt één van het voorstel tot ontslag aangegeven dat het ontvallen van het vertrouwen mede zijn oorzaak vindt in zijn optreden met betrekking tot de uitvoering van de motie van 28 juni 1983. De V.V.D. vraagt nu naar de hoofdredenen van het ontvallen van de vertrouwensbasis- Immers - de kruisraketten en de ontruiming V.A.K. hebben slechts mede een rol gespeeld. Geeft u nu eens concreet uw belangrijkste redenen aan, het ontslaan van wethouders is toch niet zo maar niets? In het 2e punt van de motivering van het ontslag stellen de initiatiefnemers dat het huidige college een te smalle basis heeft, zij vermelden zelfs de getallen A van de 13 raadsleden. Mijnheer de voorzitter de motie van wantrouwen zowel als het voorstel tot ontslag is door 8 en niet door 9 raadsle den ondertekend. De verhoudingen zijn dus anders dan in het voorstel wordt aangegeven. Bovendien gaat de verhouding 9-4, zoals door de indieners bedoeld, in deze raad enkel en al leen op in de kruisraketten kwestie. Kunnen de ondertekenaars van de motie en het voorstel eens aangeven hoe sedert 28 juni 1983 de werkelijke raadsver- houdingen hebben gelegen in gevallen die niet met kruis raketten maar met onze dorpspolitieke verhoudingen te maken hebben. De motie is toch niet aan de kruisraketten opgehan gen dus moeten er andere momenten zijn geweest waarop die te smalle basis is gebleken. In het voorstel tot ontslag wordt in punt 3 aangegeven dat de wethouder mede een personeelsbeleid voorstaat dat in druist tegen de wens van de meerderheid van de raad. Kunt u mij eens aangeven wat dat voorgestane personeelsbeleid inhield en wat daar zo verwerpelijk aan is. Bovendien ben ik zeer benieuwd naar de wijzigingen op dit gebied na 28 juni 1983 want pas toen is het vertrouwen systematisch beschaamd

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1984 | | pagina 140