-11-
6. Gelooft u dat 50% van de C DA -stemmers
van Hoogerheide-Woensdrecht achter u staan?".
De heer Beekhuijzen wil zijn reactie laten afhangen van de
antwoorden en wenst gebruik te maken van de 2e termijn.
De heer Piasmans merkt op dat de voorzitter in zijn betoog heeft
gezegd dat onduidelijkheid leidt tot gissingen. De conclusie
van de voorzitter over de feitelijke reden van ontslag is ech
ter ook maar een gissing. Ten aanzien van wethouder Lenselink
deelt spreker mede dat het systematisch beschamen van het ver
trouwen van de raad is gebleken uit gedragingen in de afgelopen
periode. Zo is de intentie van de raad met betrekking tot de
kruisvluchtwapens onjuist overgebracht bij de minister. Spreker
verwijst naar de bij het ministerie gemaakte opmerking als zou
de motie een emotioneel besluit van de raad zijn geweest. Het
bestemmingsplan Vliegbasis en het daaropvolgend postzegel-plan
lag niet in de lijn van de motie en was dan ook regelrecht een
schending van het vertrouwen. Een tweede motie was nodig om het
college aan banden te leggen. Op 26 juni 1984 heeft wethouder
Lenselink verstoppertje gespeeld. Hij krijgt de indruk dat wet
houder Lenselink meent dat hij als loco-burgemeester de bevoegd
heid had om te liegen. Niemand heeft hem gevraagd om de geheim
houding te schenden, maar dat hield nog geen bevoegdheid in om
de raad voor te liegen. Overigens is spreker van mening dat de
bestuurlijke informatie na afloop van de raad niet mag worden
omschreven als een borreluurtje.
Spreker vindt dat de wethouder niet mag verwachten dat hem nog
vertrouwen wordt geschonken door de meerderheid van de raad als
hij zelf die raad niet vertrouwt. Het is volgens spreker een
belangrijke spelregel in het bestuurlijk handelen dat er ver
trouwen moet zijn. Dat vertrouwen is naar sprekers mening niet
geschonden door de raad maar door de wethouder zelf. In de motie
staat nergens dat dit de druppel zou zijn die de emmer deed
overlopen. Dit is een verzinsel van de wethouder zelf.
Ten aanzien van het personeelsbeleid herinnert spreker er aan
dat in de commissies en raad regelmatig is aangedrongen op her
bezetting van opengevallen plaatsen. De onvrede bij het perso
neel is wel degelijk geattendeerd. De onvrede is wel degelijk
aanwezig bij de dienst gemeentewerken. Spreker heeft dit zelf
vernomen en meent dat dit de wethouders ook bekend had kunnen
zijn. Spreker deelt mede dat zijn fractie geen voorschot wenst
te nemen op het onderzoek inzake de privatisering. Uitzend
krachten moeten ook betaald worden. Tevens wijst hij er op dat
het onderhoud van de plantsoenen en eventueel overhevelen naar
particulieren slecht van de grond komt. Ten aanzien van het ge
stelde door de heer Wils merkt spreker op dat het verwijt inzake
het niet uitnodigen van de fractie C.D.A. en V.V.D. geen steek
houdt. Zijn fractie is ook nimmer uitgenodigd bij besprekingen
van de coalitie C D A -V V D -Pv d A De door de heer Wils
gestelde vragen zijn naar sprekers mening ruimschoots beant
woord. Ten aanzien van de door de heer de Jonge gestelde vragen
deelt spreker mede dat in goed overleg een oplossing is gevon
den en hij verzoekt nog even geduld uit te oefenen. Ten aanzien
van de oprichting van een V.A.K. deelt spreker mede dat zijn
fractie geen bezwaar heeft tegen demonstraties die binnen de
wet beginnen en blijven. Een V.A.K. in dezelfde hoedanigheid
zoals het V.A.K. hier heeft gefunctioneerd kan niet de instem
ming hebben van zijn fractie.
Mevrouw Koulman deelt mede dat de persberichten inzake het
eventueel overnemen van de portefeuille van wethouder Lenselink
volstrekt onwaar zijn.