- 5 -
"Voorzitter het tegenovergestelde zou wel eens waar kunnen
zijn. Door medewerking te verlenen aan de voorbereidingen
inzake het bestemmingsplan buitengebied Oost is het moge
lijk dat wij in strijd handelen met de grondwet.
Over deze juridische aspecten ten aanzien van de grondwet
zijn vragen gesteld in de 2e kamer aan Minister de Ruiter.
Zie antwoord van minister de Ruiter van 30 juni 1983,
waarin de minister heeft toegezegd dat er in september 1983
een notitie voorgelegd zal worden, waarin aspecten, t.a.v.
van de grondwet, verbonden aan de kruisvluchtwapensnaar
voren zullen komen.
Wij verzoeken het college dan ook om opheldering te vragen
en eventueel ter discussie te stellen aan de regering,
Staten Generaal en Raad van State. Wat er klopt van de
redenering dat er door plaatsing, een deel van de souve-
reiniteit wordt afgestaan aan de Verenigde Staten en dus
in strijd zou kunnen zijn met de Grondwet. Zolang het ant
woord hierop niet is gegeven is de druk die op de raad
wordt uitgeoefend m.i. niet terecht en zeker niet door het
college
Voorzitter om deze en vele andere morele en gewetensrede
nen zullen wij.de CDA raadsleden Verduit en de Jonge^ niet
meewerken aan voorbereidingen van het bestemmingsplan Oost.
Aansluitend op dit verhaal en gehoord de verdere reacties
binnen de raad, vragen wij u dan ook met klem om het raads
voorstel terug te nemen en aan de moties te voldoen.
Het college zal ondertussen wel begrepen hebben dat er geen
wig meer tussen de motie ondertekenaars te drijven valt.
Er zal uiteindelijk maar één weg zijn die kan leiden tot
rust binnen het college en de raad om verder te kunnen
functioneren in deze gemeente."
De heer Kuijlen spreekt als volgt:
"Wij zijn allen tenslotte tegen kernwapens dat is voldoende
bekend. Op welke wijze wij als raadsleden ons daartegen
moeten verzetten is erg moeilijk. Ik ben van mening dat de
gemeente Woensdrecht niet als eerste moet instemmen met het
plaatsen van de kruisvluchtwapens. Woensdrecht moet eerst
de beslissingen in Genève en van de Staten Generaal af
wachten voordat binnen onze gemeente een beslissing moet
worden genomen."
De heer Beekhuijzen spreekt alsvolgt:
"Het standpunt van de VVDfractie is voldoende bekend.
Het standpunt is in vorige raadsvergaderingen en commissie
vergaderingen voldoende naar voren gebracht. Ik ben nog
steeds van mening dat een regeringsbesluit door lagere
overheden loyaal moet worden uitgevoerd»ook dit regerings
besluit en ben dan ook van mening dat burgemeester en
wethouders het bestemmingsplan buitengebied Oost ter visie
moet leggen."
De heer Konings spreekt als volgt:
"Mijnheer de voorzitter. Aan de orde het voorstel 83.92 van
B. en W.. Een concreet voorstel wat een vervolg is op uw
voorstel van vorige maand namelijk voorstel 83.87.