- 8 - Wethouder Klunder Hijland beantwoordt de vraag van de heer Piasmans over de besprekingen die zijn gevoerd door het college met het Ministerie van Defensie. Deze besprekingen hebben alleer tot doel gehad om concrete gegevens te verkrijgen over de onder havige aangelegenheden, want in de vorige raadsvergadering wist niemand precies wat het zou gaan betekenen en men vond het ge wenst om daar informatie over in te zamelen. Die informatie is ook doorgevoerd naar de raadsleden. De heer Piasmans is van mening dat de stem van de raadsleden ook kan bijdragen tot het stemgedrag in de Tweede Kamer. De heer de Klerk zet nogmaals uiteen dat de ondertekenaars van de motie naar eer en geweten handelen in het belang van de ge meenschap De heer Wils merkt op dat hij indertijd heeft gevraagd om de beraadslagingen van de ondertekenaars van de motie te kunnen volgen. Daarop is verder nooit een antwoordt gekomen. Hij vindt het zeer ondemocratisch van de ondertekenaars van de motie om het verzoek van de leden, die niet ondertekend hebben, in de wind te slaan. De heer Konings spreekt zijn teleurstelling uit over het feit dat geen toestemming werd gegeven voor een vergadering met het Vredesplatform Woensdrecht ten gemeentehuize. Verder blijkt dat het college al drie besprekingen had gehad met de Minister, waarvoor de raad totaal geen toestemming had gegeven. Over dit beleid dient afkeuring te worden uitgesproken. Spreker wenst concrete maatregelen van het college van burgemeester en wet houders. De voorzitter merkt op dat na de raadsvergadering van 28 juni 1983 het college aan de raadsleden heeft gevraagd welke stappen kunnen worden ondernomen om de plaatsing van kruisvluchtwapens tegen te gaan. Hierop kwam geen antwoord, waarna de voorzitter heeft gesteld dat burgemeester en wethouders met het ministerie zouden overleggen, daarover aan de raad verslag zouden uit brengen en geen besluit zouden nemen dan na daarover met de raad te hebben overlegd. De raadsleden hebben zich toen niet tegen deze handelwijze ver- ze t Het college heeft zich gehouden aan deze afspraak. Wethouder Lenselink haalt nogmaals de vergadering aan die burgemeester en wethouders hebben gehad met het Ministerie van Defensie, waarvan het verslag aan allen bekend is. Daarin zijn alle voor en tegens, die vernomen zijn, genoteerd. Spreker vindt het onredelijk van de raadsleden om iets van het college te verlangen wat niet mogelijk is. Het college heeft de motie niet naast zich neergelegd, maar op een gegeven moment was het onmogelijk om nog verdere stappen te ondernemen. Wethouder Klunder Nijland heeft weinig toe te voegen aan het voorafgaande en is van mening dat het college beslist niet buiten de motie is gegaan door het overleg met het Ministerie van Defensie. Het is zuiver een gesprek geweest om informatie te krijgen ten behoeve van het college, maar ook ten behoeve van de raadsleden De voorz itter brengt de hem overhandigde motie in stemming: vóór stemden de leden: Schuurbiers, Verduit, Bogers, de Klerk, Konings, Piasmans en Koulman. Tegen stemden de leden Lenselink, Beekhuijzen, Klunder Nijland en Wils. De motie is derhalve aanvaard

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1983 | | pagina 72