- k -
Gezien een aantal uitlatingen in deze brief, is het daarom
misschien beter de brief als niet geschreven "te beschouwen."
De heer Wils vraagt aan de heer Piasmans of de 7 ondertekenaars
van de motie achter het daarin gestelde staan.
De heer Piasmans antwoordt bevestigend.
De heer Wils zegt dat het voorstel van de heer Piasmans ruimte
in de tijd geeft, maar voelt zelf geen behoefte om de beslissing
uit te stellen. Spreker stelt dat de uitkomst van het advies van
de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening nu al bekend
is. En dat advies is anders dan dat van de motie-ondertekenaars.
Het moet spreker van het hart dat er op gezinspeeld is dat degenen
die de motie niet ondertekend hebben, geen geweten zouden hebben.
Spreker is van mening dat deze mensen juist een zeer groot en ver
standig geweten hebben. Verder zegt spreker dat hij er van over
tuigd is dat burgemeester en wethouders er alles aan gedaan hebben
de motie zo goed mogelijk uit te voeren. Maar wij in de gemeente
raad van Woensdrecht zijn bezig een bom te leggen onder ons NAVO
bondgenootschap. Vanaf dit niveau is men tot de conclusie gekomen
om op nucleair-wapengebied te moeten vernieuwen. En een democra
tisch gekozen parlement heeft ingestemd om de technische voorbe
reidingen hiervoor te treffen, zoals ook vermeld in de brief van
de Minister. Deze zegt ervan overtuigd te zijn dat regering en
parlement dit erg serieus hebben overwogen vanuit het dubbelbesluit
van 1979 waarin verzocht wordt tot het uiterste te gaan voor iets
zou worden ondernomen.
Verder haalt spreker artikel 51 van de gemeentewet aan, waarin
gesteld wordt dat een gemeentebestuur loyaal moet medewerken aan
een opdracht die door de rijksoverheid gegeven wordt. Defensie
heeft gevraagd om onze medewerking en Defensie is een exclusieve
zaak van de rijksoverheid. Maar indien niet wordt medegewerkt,
zal hieruit een Koninklijk Besluit voortvloeien. Een Besluit waar
in de regering zelf de zaken van de gemeenteraad overneemt; in Den
Haag zullen dan de beslissingen worden genomen. Wij zullen hier
niets meer vernemen. Het zou voor de ondertekenaars van de motie
daarom zeer raadzaam zijn, zich nog eens te bezinnen om loyaal aan
een gesprek deel te nemen ten opzichte van ons bondgenootschap en
daarna de bestuurlijke verantwoordelijkheid nemen die van hun ge
vraagd wordt. Het is niet alleen de plicht van ieder raadslid om
voor zijn geweten uit te komen, maar ook om als bestuurder die
verantwoordelijkheid te nemen die men in zijn ambtseed heeft be
loofd. Als men alleen tegenstemt om het tégen zijn^erkent men in
derdaad zijn eigen beperkingen. De C.D.A.-leden zijn vóór mede
werking, ook al is deze zomer van-uit de kerken veel met hen over
deze zaak gesproken. Deze inbreng heeft op ons veel indruk gemaakt»
maar uiteindelijk moet de politiek afwegen wat haar verantwoorde
lijkheid is. Spreker heeft geloof in de politiek, Geloof in God;
Hoop voor de toekomst en Liefde voor deze gemeente.
De heer Bogers wil de brief van de burgemeester aan de raadsleden
niet meer bespreken en is het eens met de uiteenzetting van de heer
Piasmans. Spreker is het echter niet eens met de heer Wils, die
naar zijn mening niets heeft gedaan om de motie te verdedigen toen
hij plaatsvervangend wethouder was. Spreker vat het op als een be
lediging voor degenen die de motie hebben ondertekend, dat tijdens
een bijeenkomst met Defensie werd opgemerkt, dat deze motie een
opwelling was van emotionele en negatieve gevoelens.
De heer Beekhuijzen vraagt de heer Piasmans wat de achtergrond is
van het feit dat deze materie behandeld zou moeten worden in de
commissie van openbare werken en ruimtelijke ordening.