- 8 -
Wethouder Lenselink antwoordt dat uit een openhartig gesprek
met de verenigingen mogelijk feiten naar voor komen die tot een
ander standpunt zouden kunnen leiden.
De heer Dansen concludeert dat de zaak aan de commissie voor
sport, cultuur en recreatie is voorgelegd omdat het college
er niet uit kon komen. Er zijn fouten gemaakt en het onder
zoek door de hoorcommissie kan mogelijk uitwijzen hoe die
fouten teruggedraaid kunnen worden.
Wethouder Bogers benadrukt dat hij niet heeft gesteld dat de
raad fouten zou hebben gemaakt.
De voorzitter schorst op verzoek van de heer Wils de vergade
ring.
De voorzitter heropent de vergadering.
De heer Wils deelt mede dat behandeling van de zaak in de
hoorcommissie wordt voorgestaan. Aan het college zal van de
zitting verslag worden uitgebracht. Hij verzoekt de accomo-
datieruil op de volgende vergadering van de raad als agenda
punt aan te dienen en er voor te zorgen dat de raadsstukken
meer dan 5 dagen voor de vergadering in het bezit van de
raadsleden zijn.
De voorzitter zegt toe dat de commissie de betreffende be
scheiden ter hand zullen worden gesteld.
Niets meer ter behandeling aan de orde zijnde, sluit de voorzitter
de vergadering met gebed.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van 25 mei 1982.
De raad voornoemd,
voo
de voorzitter