Openbare vergadering
van de raad der gemeente Woensdrecht op dinsdag 28 december 1982
des avonds om acht uur in de raadzaal.
Voorzitter: Mr.3.M.de Leeuw, burgemeester
Secretaris: C.van Kaam
Aanwezig de leden Bogers, Schuurbiers, de Klerk, Piasmans,
Wils, Verduit, de 3onge, Kuijlen, Beekhuijzen,
mevrouw Koulman en de wethouders Lenselink en Klunder
Nijland
Afwezig wegens ziekte: het lid Konings.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
Tot voorstemmer wordt door het lot aangewezen het lid Schuurbiers.
1. VASTSTELLING NOTULEN VAN DE VORIGE VERGADERING.
De notulen van de vergadering van 30 november 1982 zijn aan de
leden in concept toegezonden.
Wethouder Lenselink verzoekt om op bladzijde 15, 24e regel
"dat een prijsopgaaf is opgevraagd" te wijzigen in "dat een
prijsopgaaf zal worden opgevraagd".
De voorzitter stelt voor om de volgende wijzigingen aan te
brengen; bladzijde 9, 33e regel van boven de zinssnede "naar
aanleiding van voorgenomen plannen" te schrappen. Voorts regel
36 tot en met 4-0 van boven als volgt te lezen: "De premie/
subsidie wordt definitief toegewezen naar aanleiding van inge
diende uitgewerkte plannen.
Zoals op pagina D is vermeld is er noch een contingent noch
een plan voor 24- woningwetwoningen geweest". Voorts regel 4-4
tot en met 4-7 van boven als volgt te lezen: "Het college is geen
voorstander van het houden van bedoelde enquete. Het nut weegt
niet op tegen de kosten. Bovendien is er al een enquete gehouden
de enquete welzijn".
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming de notulen van de
vergadering van 30 november 1982 vast te stellen met inachtne
ming van de voorgestelde wijzigingen.
2. MEDEDELINGEN.
Verwezen wordt naar de bij deze notulen behorende lijst van
mededelingen
Bespreking volgt over de volgende mededelingen.
1Standpuntbepaling t.a.v. ingestelde Kroonberoep tot wijzi
ging postcode.
De heer Schuurbiers deelt mede dat de raad in beroep is ge
gaan omdat zij het niet eens was met de motivering van gede
puteerde staten, en de fractie van het Algemeen Belang is
van mening dat het beroep voortgezet dient te worden los van
het benodigde crediet.
De voorzitter antwoordt dat gedeputeerde staten van oordeel
zijn dat de uitgaaf niet in het belang van de gemeente is.