-8-
15. VASTSTELLING VERGOEDINGSBEDRAG EX ART. 101 LAGER-ONDERWIJSWET
1920 VOOR 1981. Stuknr. 81.14.
De heer Schuurbiers stelt voor om het bedrag vast te stellen
op 453,50, omdat enkele scholen dit bedrag nodig hebben
hetwelk is aangetoond.
Wethouder Lenselink antwoordt dat de rekening 1979 en begro
ting 1981 van beide schoolbesturen zijn bestudeerd. Daaruit
blijkt dat bij de Protestantse Streekschool grote verschil
len bestaan tussen rekening en begroting, o.m. een zeer
hoge raming voor energieverbruik. Er dient naar sprekers
mening een besluit te worden genomen aan de hand van reële
cijfers. Spreker merkt voorts nog op dat het schoolbestuur
van de Protestantse Streekschool in 1979 een batig saldo
heeft gehad van 5.000,met die wetenschap kan de be
groting 1981 niet geheel als maatstaf worden gevolgd.
De heer Schuurbiers merkt op dat het batig saldo 1979 is
ontstaan wegens de na-uitkering over 1979 in verband met het
beroepsschrift.
Mevrouw Koulman stelt voor het bedrag vast te stellen op
450,inclusief administratiekosten, omdat de behoefte blijkt
uit de begroting. De Inspecteur adviseert een bedrag van
455,Zij merkt op dat de Prot. Streekschool nog niet
eens als hoogste uit de bus komt, maar de Stichting Katholiek
Onderwijs kan eenvoudiger werken, omdat de begrotingen van 4
scholen worden samengevoegd tot eén.
Wethouder Lenselink antwoordt dat het advies van de Inspec
teur vrijblijvend is. De gemeentebesturen zijn niet verplicht
advies te vragen aan de Inspecteur en de inspecteurs zijn
niet gehouden om in dat adviesbedrag rekening te houden met
het regeringsbeleid. De gemeenten kunnen het richtbedrag
van de Inspecteur afwegen tegen de door de schoolbesturen ge
vraagde bedragen.
De heer Wils is van mening dat het door de Stichting Katholiek
Onderwijs Woensdrecht overgelegde meer inzichtelijk is dan van
de Prot. Streekschool. Spreker heeft een vergelijking opgesteld
tussen de begroting van de basisschool de rcieuweweg en de
Prot. Streekschool herleid tot een vergelijkbaar aantal
leerlingen.De uitkomst van deze vergelijking was als volgt:
Nieuweweq Prot.Streekschool
- leer- en hulpmiddelen 127,104,p.lrl.
- energie-verbruik 54,89,
- overiqe kosten 30,39,—
201,— 232,—
Spreker meent dat besparing gezocht dient te worden in het
energieverbruik op de Prot.Streekschool
Wethouder Bogers vraagt waarom geen vergelijking is gemaakt
met de H, Hartschool.
De heer Wils antwoordt dat de basisschool aan de Nieuweweg
nagenoeg even groot en oud is als de Protestantse Streekschool.
Wethouder Bogers wil zo min mogelijk afwijken van het advies van
de Inspecteur. Een vergelijking maken met een andere school
is gevaarlijk omdat er nietvergelijkbare factoren kunnen zijn.
Naar zijn mening is de begroting van de Protestantse
Streekschool reeel en het energie-verbruik is werkelijk zo ge
weest en of dat daar iets aan te doen is, is twijfelachtig.
De heer Wils merkt op dat zijn standpunt niet als een verwijt
in de richting van de Prot.Streekschool moet worden gezien,
doch als een vingerwijzing dat er mogelijk te bezuinigen valt.
Wethouder Lenselink deelt mede dat is uitgegaan van de