De heer Schuurbiers merkt op dat men er rekening mee moet
houden dat betrokken ambtenaren bij aanschaffing van hun
auto rekening hebben gehouden met de te ontvangen vergoeding.
De directeur gemeentewerken en de technische ambtenaren kun
nen in dienst hun auto niet missen, daarom wenst spreker
handhaving van de bestaande regeling. Voorts dient bij een
volgende wijziging ook de secretaris en de wethouders in de
regeling te worden betrokken. Spreker geeft voorts een
vergelijkend overzicht van de in de gemeenten Halsteren, Steen
bergen, Wouw en Ossendrecht geldende toelagen.
Wethouder Lenselink meent dat men niet naar andere gemeenten
moet kijken, maar binnen de eigen gemeente dient te worden
nagegaan of de toelagen in goede verhouding staan tot het
werkelijk aantal gereden kilometers. Het voorstel is zodanig
dat voor 1980 de oude regeling van kracht blijft, voor 1981
de reële bedragen plus zonodig de helft van het verschil
tussen oud en nieuw en 1982 de reële bedragen naar rato van
de gemeten kilometers.
Wethouder Bogers merkt op dat het voorstel is voortgekomen
uit het streven naar bezuiniging. Spreker meent dat de nieuwe
regeling voor de ambtenaren moeilijkheden schept bij de aan
schaffing van een nieuwe auto. Spreker meent dat eenzelfde
regeling dan ook zou moeten gelden voor de wethouders en
overigens moeten de bezuinigingen meer algemeen worden be
keken en niet worden toegespitst op bepaalde gevallen. Deze
regeling heeft voorts betrekking op de fiets- en bromfiets
toelage. Spreker is tegen het voorstel, omdat in deze te een
zijdig is geoordeeld.
De voorzitter antwoordt dat het beslist niet de bedoeling is
geweest om op de ambtenaren te bezuinigen, maar gestreefd
is naar een vergoedingsregeling op realiteitsbasis. De ambte
naren kunnen hun werkelijk gereden kiJLometers blijven decla
reren. Voor moeilijkheden in verband met aanschaf van een nieuwe
auto is de overgangs-regeling ingevoerd. De ambtenaren ge
bruiken hun auto vrijwillig ten behoeve van de dienst en dat
zal naar verwachting in de toekomst niet anders zijn. Voor
fiets- en bromfietstoelagen volgen burgemeester en wethou
ders nagenoeg de rijksregeling.
De heer Jansen vreest dat de betrokken ambtenaren minder
goed zullen kunnen functioneren als zij hun auto niet meer voor
dienstdoeleinden gebruiken vanwege de lagere vergoeding.
Spreker zag liever een vaste minimum-toe lage vermeerderd met
een toelage wegens verreden kilometers.
Wethouder Lenselink antwoordt dat de vroegere vergoedingen
niet reëel zijn gebleken. Ook de rijksregeling kent geen
minimumvergoeding. Eventueel zou overwogen kunnen worden om
een dienstauto aan te schaffen.
De heer Jansen betwijfelt of zulks voor de gemeente voor
deliger zou zijn.
Wethouder Bogers meent dat als ambtenaren hun auto minder
gaan gebruiken, er meer tijd nodig zal zijn, hetgeen hogere
kosten voor de gemeente vergt.
Wethouder Lenselink merkt op dat de ambtenaren via de
commissie Georganiseerd Overleg voldoende inbrengmogelijkhe-
den hebben gehad.
De commissie Georganiseerd Overleg heeft unaniem verklaard
dat men achter de voorgestelde regeling staat.
Wethouder Bogers deelt mede dat in de commissie Georgani
seerd Overleg geen rekening is gehouden met de ongeorgani
seerde ambtenaren die wel bezwaren hebben.