indien hem naar billijkheid en rechtvaardigheid iets toe komt volgens de spelregels, dat de secretaris dan in zijn geval ook de toekenning zou adviseren. Voor deze wijze van ambtsvervulling als gemeente-secretaris danken wij u ten zeerste. Die dankbaarheid heeft het voltallig gemeente- personeel willen doen blijken door u een cadeau aan te bieden en wij meenden dat zulks in uw geest niet beter kon, dan door het voltallig personeel van de secretarie, de gemeentelijke diensten alsmede van de Woningstichting Woensdrecht, u een blijvende herinne ring te schenken in de vorm van beide cadeau's en een bloemetje voor uw echtgenote. Moge u nog vele jaren in goede gezondheid naar deze cadeau*s kunnen kijken. Namens het vol talige gemeentepersoneel overhandigt de heer Lijmbach de heer van Kaam een tinnen beker en-schaal en aan mevrouw van Kaam een bos bloemen. Vervolgens spreekt de heer C. van Kaam een dankwoord: Thans ben ik geen fungerend secretaris van uw raad en ik zal daarom graag deze gelegenheid benutten door langer dan een enkele keer tijdens uw andere vergaderingen gebeurt tot u te spreken in aanwezigheid van in het bijzonder de medewerkers van de gemeente. Voor alles betuig ik dank aan de raad voor de toegekende onderscheiding waartoe zojuist het raadsbesluit is genomen. Verder wil ik oprecht danken voor de hartelijke waarderingen die de voorzitter van de raad, de heer van Tilburg namens de leden van de raad en de heer Lijmbach namens de medewerkers van de gemeente, aan mijn adres hebben uitgesproken en anderzins hebben betoond. Een gevoel van dankbaarheid overheerst bij mij als ik terug zie op de ambtsperiode maart 1956 tot maart 1981. Op l maart 1956 ben ik hier begonnen nadat ik vanaf oktober 1942 in rijksdienst had gewerkt en vanaf juni 1945 bij de gemeenten Roosendaal, Oud- en Nieuw-Gastel en Oudenbosch op verschillende secretarieafdelingen. In de loop van de jaren heb ik naar best vermogen gepoogd het vertrou wen waar te maken dat in mij werd gesteld. Ik heb begrepen dat in het geheel genomen een positieve waardering bestaat over het werk dat ik in gemeentedienst heb verricht. Met die waardering ben ik blij. In dit werkresultaat sta ik evenwel niet alleen, want over de 25 jaar gerekend hebben de mensen van de binnen- en buitendienst van de gemeente zich allemaal en evenzeer toegewijd en kundig met hun beste krachten ingezet elk naar gelang zijn plaats voor het werk ten dienste van de gemeente en de gemeenschap. Nadrukkelijk betrek ik dan ook hen allen in de lof en eer die mij vandaag en in het verleden wegens het verrichte werk ten deel valt respectievelijk ten deel viel. Alle taken en onderdelen van gemeentezorg zijn - vergeleken bij 25 jaar terug - in werkomvang en specialisatie door de groei van de gemeente en verdere ontwikkelingen vooral ook van buitenaf enorm toegenomen. Wij allen in dienst van de gemeente hebben als een geheel in goede collegialiteit en samenwerking de grote werktoename effectief opgevangen. Van harte betuig ik grote dank aan de raad voor de goede voorbije ambtsperiode en alle medewerkers van de gemeente ben ik erkentelijk voor de harmonie en verstandhouding waarmede door ons gezamenlijk het nodige werk vruchtbaar is gepresenteerd ondanks m'n aard wel 'rts precies en veeleisend te zijn wat soms minder plezierig kan zijn ervaren. Die dank en erkenning wil ik binnenkort aan de burgemeester, raadsleden en de medewerkers van de gemeente met een gezellig samenzijn gaarne betonen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1981 | | pagina 31