Er is op het gebied van openbare voorzieningen in de gemeente weinig te noemen waarin de heer van Kaam niet de hand heeft gehad. Kortweg gezegd, de heer van Kaam is een belangrijk man in de plaatselijke gemeenschap. Dit alles had betrekking op het behulpzaam zijn van het gemeente bestuur. Nu: aanvoerder van het ambtelijk apparaat. Op de secretaris rust de taak te zorgen dat dit apparaat volledig dienstbaar is aan het gemeentebestuur, dus in initiatief, theoretische en praktische kennis en feitelijke uitvoering. Want wat is een gemeentebestuur zonder ambtenaren. Het apparaat wordt gemaakt door structuur en taakverdeling en is afhankelijk van een goed hoofd en dat is de heer van Kaam. De heer van Kaam is een "goede baas". Baas is iemand die zegt hoe het moet, ondanks het instituut van teamoverleg. De formele bevoegdheid heeft het college van burgemeester en wet houders, terwijl de materiële inbreng wordt geleverd door de secretaris en dat is van grote betekenis. "Goed is te relateren aan goede menselijke verhoudingen. De onderlinge acceptatie is een belangrijk aspect geweest. Uit de gegevens van de ontwikkeling van de gemeente blijkt zonder meer dat de heer van Kaam het goed heeft gedaan. Hij heeft weten te motiveren en inspireren. Het "baas" zijn brengt mede dat een strak beleid gevoerd moet worden. In het algemeen is dat door de medewerkers aanvaard en begrepen. Soms moeten moeilijke beslissingen worden genomen omdat eenieder zichzelf meestal als ideaal ziet. De wijze van taakuitoefening van de jubilaris is veranderd door: - toename van het personeel op de secretarie van 6 naar 26, terwijl in het totaal het personeelstotaal is gestegen van 20 naar 59. - een sterker wordend bestuur, mede door het functioneren van de raad en commissies. De werkwijze in het college van burgemeester en wethouders is sterk veranderd en de inbreng van de burgerij is sterker geworden. De aanpak is trager moeten worden en het valt niet mee om dat te accepteren. De jubilaris is daar goed in geslaagd, maar spreker kan zich goed voorstellen dat de jubilaris soms met weemoed terug denkt aan de vroegere jaren. Het accepteren van de situatie heeft hem gezond gehouden. In buitengemeentelijk verband dient nog vermeld te worden: - van 1959 - 1973 secretaris penningmeester van de Bosbrandweerkring het Markiezaat. In feite was de jubilaris daar tevens de organi sator; - docent van de cursus gemeente-financiën te Breda van 1955 - 1967; - 9 jaar bestuurslid van de ARKA; - 5 jaar voorzitter van het Katholiek Militair Tehuis; - van 1967 - 1974 voorzitter van de Stichting R.K. ULO in Zuid-West Brabant. In het bijzonder dient hierbij te worden vermeld de problemen die de jubilaris heeft moeten overwinnen met betrekking tot de samenvoeging van de jongens en meisjes ULO en de directie wisseling; - vanaf 1956 penningmeester van het Wit Gele Kruis. Spreker wijst er op dat mevrouw van Kaam veel heeft moeten accepteren door vele avonden afwezigheid van haar man. Zij heeft haar man echter veel steun gegeven bij zijn functioneren. Het is daarom goed om bij dit jubileum niet uitsluitend aandacht te schenken aan de jubilaris, maar ook aan zijn vrouw.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1981 | | pagina 27