- 10 -
De heer Dansen vindt het raadzaam om de beschikking over
de reserves vooraf voor te leggen aan de desbetreffende
commissies teneinde onnodige discussie in de commissies en
raad te voorkomen.
Wethouder Lenselink antwoordt dat het traditie is dat aanspraak
op reserves medegedeeld worden aan de commissies en raad.
Deze zaak zal nader in de vergadering van burgemeester en
wethouders worden besproken, ter overweging van een eventueel
gewijzigd beleid.
De heer Dansen deelt mede dat dit niet altijd is gebeurd en
verwacht op korte termijn antwoord.
Verder vraagt de heer Dansen of de autokostenvergoeding die bij
de gemeenteambtenaren wordt bekort ook wordt bekort bij het
college van burgemeester en wethouders. Dit blijkt niet uit
de begroting.
Wethouder Lenselink deelt mede dat metingen zijn gedaan, en
dat op basis daarvan de vergoedingen worden verstrekt. In
het college is verder besloten om beide wethouders op decla
ratiebasis het gebruik van de auto te vergoeden. Bij de samen
stelling van de begroting was daarmede nog geen rekening ge
houden.
Niemand meer het woord wensend inzake de begroting 1982 besluit
de raad vervolgens telkens zonder hoofdelijke stemming tot
vaststelling van de begroting 1982 van de dienst gemeentewerken
het grondbedrijf, de dienst voor sport, cultuur en recreatie
alsmede van de algemene dienst 1982.
HEFFINGSMAATREGELEN 1982, WAARONDER TARIEFWIDZIGING VOOR
HEFFINGEN INZAKE HUISVUIL EN WIOZIGING VAN DE BELASTINGVER-
0RDEN INGEN VOOR:
a. onr oe r e nd g oed - be 1 a s t i nqe n
De heer Dansen wijst verhoging van de onroerendgoedbelasting
van de hand. Hij meent dat de dekkingsruimte binnen de gemeente
begroting verhoging niet nodig maakt. De verhoging van gemeen
telijke belastingen worden door de rijksoverheid niet gecom
penseerd, reden waarom hij het niet verantwoord acht de plaat
selijke bevolking extra te belasten middels een verhoging van
de onroerendgoed - be 1 asting
Wethouder Lenselink merkt op dat van rijkswe ge een verhoging
van 5% maximaal toelaatbaar wordt geacht. Het college acht de
voorgestelde verhoging van 3% acceptabel en de commissie voor
financiën en belastingen heeft zulks bevestigd. Gelet op het
van rijkswege ingenomen standpunt is door het college al een
beperking in acht genomen.
De heer Dansen meent dat de commissie voor financiën en belas
tingen mogelijk tot een ander advies was gekomen indien meer
gegevens voorhanden waren geweest omtrent de aanwezige dek
kingsruimte
De heer Dansen verlangt stemming.
De uitslag van de mondelinge stemming luidt:
Vóór het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen de
leden: Bogers, Konings, Koulman, de Donge, Lenselink, Verdulr,
Wils en de Klerk en Schuurbiers.
tégen stemmen de leden: Dansen en Klunder Nijlandzodat het
voorstel van burgemeester en wethouders met 9 stemmen vóór
en 2 stemmen tégen is aangenomen.