dat hij overtuigd is van de goede zeifwerkzaamheid van de diverse verenigingen in deze gemeente. Hij meent dat een raadscommissie baanbrekend werk kan doen voor een burger-comité. Aangezien hij het huidige voorstel te vaag vindt zal hij tegen stemmen Wethouder Bogers meent dat het een goede zaak is dat de burger bij de plan-procedure rechtstreeks wordt betrokken. Hij vindt het een slechte zaak als het vertrouwen in de burgerij zoek is. Hij vindt dat voor een burger-comité geen raamwerk moet wor den gemaakt, maar dat de burger vrijelijk moet kunnen meedenken over het welzijnswerk. Het gemeentebestuur blijft overigens zicht op de gehele materie houden door contacten via de rapportage van het burger-comité. De heer van Tilburg is tegen een raadscommissie, doch voor een burgercomité. Wethouder Lenselink merkt op dat thans gepraat wordt over het voorbereidend beleid. De burger moet samen met het gemeentebestuur komen tot een planning en dat moet niet alleen worden verricht door een burgercomité. Er moet gezocht worden naar harmonisatie tussen bestuurder en burger met de intentie een dialoog te doen'ontstaan over welzijnswerk. De voorzitter vraagt zich af waarom door de.wet de voorbereiding niet is opgedragen aan burgemeester en wethouders, als bedoeld is bestuurders de zaak voor te laten bereiden. Van de zijde van het Provinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant is op uitnodiging van de gemeente voorlichting gegeven, evenwel niet over de wij ze van voorbereiding. De heer Wils zegt dat de wet die taak niet aan burgemeester en wethouders toekent en eist een 4-jarenplan, een jaarlijks detailplan en inbreng van burgers. De voorzitter antwoordt dat de wet niet een raadscommissie eist, waarom zullen burgemeester en wethouders dan de zaak niet voor bereiden. De heer Konings meent dat burgemeester en wethouders te lang ge wacht hebben. Hij is daarom blij met het in augustus door wethouder Lenselink ingediende initiatief-voorstel. Daardoor is de zaak van welzijnswerk uiteindelijk aan het rollen geraakt. Wethouder Bogers vindt dat burgemeester en wethouders niet te lang hebben gewacht doch voorzichtig handelen. Voorts zal een raadscommissie via burgemeester en wethouders moeten werken, zoals ook de bestaande commissies doen. Een raadscommissie met een andere werkwijze is voor het bestuurlijk bestel in een kleine gemeente gevaarlijk. De heer Schuirbiers stelt dat de meeste verenigingen wel op de hoogte zijn van de mogelijkheden der rijksbijdrageregeling welzijnswerk. Via de organisaties waarbij de verenigingen zijn aangesloten, zullen de verenigingen genoeg informatie verkregen hebben om het belang van medewerking aan welzijnswerk in te zien. Spreker vindt het aanvaardbaar een raamwerk te laten ma ken door alle verenigingen, die hiertoe door de geopperde 2 advertentieronden kunnen worden opgeroepen. De heer de Vos stelt voor het seniorenconvent om te vormen tot welzijnscommissie, waartoe enkele burgerleden aan het convent kunnen worden toegevoegd. Een nieuwe raadscommissie is dan niet nodig De voorzitter ziet in het voorstel van de heer de Vos een commissie welke te log zal zijn om te werken en een te zware vertegenwoordiging van de gemeente inhoudt. Voorts zal het zonde zijn het seniorenconvent in de huidige vorm aan te tasten,

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1979 | | pagina 99