OPENBARE VERGADERING
van de raad der gemeente Woensdrecht op dinsdag 30 januari 1979
des avonds om acht uur.
VOORZITTER: Mr.J.M.de Leeuw, burgemeester.
SECRETARIS: C.van Kaam.
AANWEZIG de leden Wils, de Jonge, Verduit, de Vos, Schuur-
biers, van Berkel, Jansen, Kuijlen, Roomer, Konings
en van Tilburg en de wethouders Lenselink en Bogers,
AFWEZIG geen der leden.
Tot voorstemmer wordt door het lot aangewezen: het lid van
Berkel.
1. NIEUWJAARSTOESPRAAK.
Verwezen wordt naar de bij deze notulen behorende Nieuwjaars
toespraak, welke door de burgemeester is voorgelezen.
2. VASTSTELLING NOTULEN VAN DE TWEE VORIGE VERGADERINGEN.
De notulen van de openbare vergaderingen van 28 december 1978
en 12 januari 1979 zijn aan de leden in concept toegezonden.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming deze notulen onge
wijzigd vast te stellen.
3. MEDEDELINGEN.
Verwezen wordt naar de bij deze notulen behorende lijst van
mededelingen, welke vooraf aan de leden is toegezonden.
Bespreking volgt over de volgende punten:
2. Doorverkoop pand Raadhuisstraat 124 door A.M.Jansen.
De heer de Vos informeert of het boetebeding als ketting-
beding wordt opgenomen.
De voorzitter antwoordt ontkennend; het boetebeding kan
elke keer door de raad worden beoordeeld als om een toe
stemming wordt gevraagd.
Wethouder Bogers meent dat alvorens de toestemming tot
doorverkoop verleend wordt, daarbij de reden vermeld zal
moeten worden; waarom het boetebeding niet wordt toege
past.
Spreker meent dat door het niet toepassen van het boete
beding de nadelige invloed van het beding naar volgende
kopers wordt doorgeschoven.
De voorzitter antwoordt dat de bedoeling van de raad om
de woning te verkopen aan een ingezetene ook door deze
verkoop behouden blijft.
Wethouder Bogers is van mening dat het door de raad beoog
de doel niet is bereikt. De doorverkoop binnen enkele
maanden is niet in de geest van het raadsbesluit. De
redenen van doorverkoop zijn niet gemeld, doch zijn voor
hem wel van belang.
De heer Roomer meent dat de raad, en niet burgemeester en
wethouders, over de toestemming voor doorverkoop had moe
ten beslissen.
De voorzitter antwoordt ontkennend en verwijst naar de
voorwaarden genoemd in het raadsbesluit tot verkoop*
t