eerste aanbod niet gestand houdt; spreker meent dat de architect aanvankelijk alles heeft overgelaten aan de gekozen aannemer. Spre ker heeft spijt dat men is meegegaan om het crediet te verhogen tot 240.000,dit laatste bedrag vindt spreker genoeg en hij zal ook tegen verdere credietverhoging stemmen. Wethouder Lenselink meent dat de raad de consequenties moet dragen van het genomen besluit tot openbare aanbesteding; als het werk niet gegund zou worden,zal het besmet worden verklaard. De heer Roomer informeert of de openbare aanbesteding heeft plaats gehad op het bestek waarop de Bont aanvankelijk had ingeschreven. De voorzitter antwoordt ontkennend; de Bont had ingeschreven op een eenvoudige werkomschrijving met kostenspecificatie. Voor de openbare aanbesteding is een bestek opgesteld. De heer Jansen adviseert om voortaan geen credietvoteringen meer voor te stellen op globale kostenberekening, maar uitsluitend op basis van vastgestelde kostenbegroting volgens bestek. Wethouder Bogers benadrukt dat de laagste inschrijver circa 17.000. boven de onderhandse inschrijving ligt, indien men rekening houdt met 22.300,wegens te verrekenen stelposten. De heer van Tilburg merkt op dat de raad met de openbare aanbesteding heeft gegokt en nu verloren heeft. De heer van Berkel verzoekt het voorstel in stemming te brengen. De uitslag van de stemming luidt: vóór: de leden Schuurbiers, van Tilburg, Verduit, de Jonge, Wils en de wethouders Bogers en ^enselink; tégen: de leden Konings, Roomer, Jansen en van Berkel. AANVULLEND CREDIET RENOVATIE VOORGEDEELTE GEMEENTEHUIS Stuknr. 79.79 36e wijziging gemeentebegroting 1979. De heer Jansen vraagt wie hier de inschrijvers heeft geselecteerd. De voorzitter antwoordt: dat de architect de suggestie van burge meester en wethouders heeft overgenomen. De heer Jansen vraagt waarom geen plaatselijke aannemers zijn gevraagd evenals het geval was bij de nieuwbouw voor de secretarie. De voorzitter antwoordt dat bij de keuze van de aannemers is rekening gehouden met de aard en omvang van de werkzaamheden De heer Wils informeert of plaatselijke aannemers zich hebben gepresen teerd voor inschrijving op dit werk. De voorzitter antwoordt ontkennend. De heer Jansen meent dat de plaatselijke aannemers in dit geval zijn miskend; zij hadden voor zichzelf kunnen uitmaken of zij de uitnodiging tot inschrijving zouden aanvaarden of niet. De voorzitter antwoordt dat geen enkele plaatselijke aannemer belangstel ling heeft getoond voor deze inschrijving; spreker vindt het overigens griezelig om een aannemer zelf te laten beoordelen of hij een bepaald werk aan kan. De selectie is gedaan mede op ambtelijk advies. De heer Roomer vreest dat tengevolge van deze grote uitgaven in de toekomst onvoldoende dekkingsmiddelen overblijven voor meer noodza kelijke zaken; spreker is verbaast over de grote verschillen tussen kostenbegroting en inschrijving bij de werken: Kooiweg, kerktoren en gemeentehuis. De voorzitter merkt op dat architectenbureau Geenen-Oskam geen be moeienis heeft gehad met het bestek en kostenbegroting van de Kooiweg. De heer van Berkel spreekt eveneens zijn bevreemding uit over de grote verschillen tussen architectsbegroting en inschrijving en de daarop verstrekte toelichting van de architect. Spreker meent dat een eenvoudiger plan met redelijk kostenbedrag kan worden opgesteld. Wethouder Bogers merkt op dat de raad eerst heeft ingestemd' met de opzet van het plan; nu de aanbesteding is tegengevallen, komt men met bezwaren tegen de opzet van het plan. De heer van Berkel merkt op dat indien de raad tevoren geweten had dat de kosten van renovatie 1.245.000,zouden bedragen, de raad

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1979 | | pagina 75