- 2 -
2Goedgekeurde besluiten door gedeputeerde staten.
De heer de Vos attendeert in verband met de lozingsverordening
op het afvoeren van afgewerkte olie. Hij is van mening dat er
op toegezien dient te worden dat niet in de riolering wordt ge
loosd.
De voorzitter zegt toe dat terzake een artikel zal worden ge
plaatst in de gemeentegidsOverigens is hij van mening dat
een particulier niet veel afgewerkte olie zal lozen.
7. Nota Streekqewest inzake herziening Streekplan West Brabant.
De heer de Vos merkt op dat" het richtcontingent na 1980 nog
60 woningen per jaar bedraagt. Hij informeert of de overige
woningzoekenden naar de groeisteden moeten worden verwezen.
De voorzitter antwoordt bevestigend.
Voorts informeert de heer de Vos of er voldoende ruimte blijft
voor particuliere vrijstaande woningen.
De voorzitter antwoordt dat naar zijn mening hiervoor voldoende
ruimte zal worden gehouden.
Wethouder Lenselink deelt nog mede dat de bevoegdheid voor het
treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen berust bij burge
meester en wethouders. Op verzoek van de' raad worden sedert
enkele jaren deze besluiten ter kennis van de raad gebracht.
Het besluit wegens afsluiting van de Raadhuisstraat tijdens de
braderie is wat laat genomen waardoor het nu pas aan de raad
kon worden medegedeeld.
De raad besluit vervolgens de mededelingen voor kennisgeving
te aanvaarden.
3 WIJZIGING VAN DE DRIE VERORDENINGEN INZAKE COMMISSI ES VAN ADVIES
EN BIJSTAND EN VASTSTELLING REGLEMENT VOOR VERGADERINGEN VAN
COMMISSIES.
Stuknr.79.64.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voor
stel van burgemeester en wethouders.
4. WIJZIGING VAN DE BEZOLDIGINGSVERORDENING 1975.
Stuknr7965
De raad besluit zonder hoofdelijke stemmming conform het voor
stel van burgemeester en wethouders.
5. DELEGATIE BEOORDELING AANVRAGEN INZAKE HUISVESTINGSKOSTEN VAN
INVALIDEN.
Stuknr79.56.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voor
stel van burgemeester en wethouders.
6. VERORDENING INZAKE WARENVERKOOP OP ZON-, FEEST- EN GEDENKDAGEN.
Stuknr.79.57.
De voorzitter merkt op dat in de aanhef van het raadsvoorstel
lid 1 moet worden vervangen door lid _2.
De heer van Berkel informeert of braderie en kermis steeds
zullen samenvallen.
De voorzitter antwoordt dat deze evenementen in het verleden
steeds gelijk zijn opgegaan. Te verwachten is dat dat in de
toekomst ook het geval zal zijn.