- 9 - Wethouder Bogers deelt mede dat burgemeester en wethouders ook niet hebben kunnen voorzien dat de verkoop van industrie percelen zo vlot zou verlopen, daaruit is de tijdnood ont staan, mede op grond van het beleid om slechts industrieter rein bouwrijp te maken voorzover verkoop binnen afzienbare tijd te voorzien is, teneinde renteverlies te vermijden. On danks deze redenen accepteert hij de verantwoordelijkheid voor deze gang van zaken. De heer van Berkel merkt op dat de raad heeft begrepen dat er fouten gemaakt zijn. Het is thans de plicht om Kramp te helpen, maar niet op argumentatie van wethouder Bogers. De heer de Jonge verzoekt in de toekomst voorzichtig te zijn met toezeggingen aan adspirant-kopers. De heer Wils merkt nog op dat zijn fractie niet stilzwijgend voorbij gaat aan het probleem, maar heeft in het senioren convent direct hun standpunt gegeven zonder voorbehoud van nader overleg. De heer Konings merkt op dat hij in het seniorenconvent geen beslissing wenste te nemen, doch eerst in een openbare raads vergadering, aangezien er mogelijk tussen seniorenconvent en raadsvergadering nog andere gezichtspunten naar voren konden komen. De heer Wils meent dat dan ook niet de beschuldigende vinger naar het CDA moet worden uitgestoken. De heer Roomer merkt op dat wethouder Bogers hem heeft mede gedeeld niet op de hoogte te zijn geweest van de brieven waar in de toezeggingen aan Kramp zijn gedaan. Nadat tot november 1978 burgemeester en wethouders geen stappen hadden ondernomen meent spreker dat de zaak in een openbare raadsvergadering behandeld moest worden. Wethouder Bogers ontkent dat hij onwetend was van de corres pondentie met Kramp. Mogelijk dat hij zich niet precies de inhoud van de brieven heeft kunnen herinneren, doch hij droeg als lid van het college van burgemeester en wethouders wel degelijk kennis van de correspondentie. Ook heeft de heer Roomer in zijn periode als wethouder wel degelijk kennis ge nomen van die correspondentie. Wethouder Lenselink verzoekt om tot een beslissing te komen en verwijst naar de correspondentie met Kramp d.d. juli 1978 en januari 1979. Als de raad met het gewijzigde voorstel in stemt zoals eerder door de voorzitter is geformuleerd, kunnen snel de nodige uitvoeringsbeslissingen genomen worden. De voorzitter stelt de raad voor in te stemmen met gunning aan Oomen mits deze op 15 april 1979 met het werk klaar is uitgaande van 10 onwerkbare dagen. Indien meer onwerkbare da gen voorkomen dan schuift de termijn gelijkelijk op. Kramp zal terzake gevraagd worden of hij kan instemmen met deze werkwijze. Indien door een van beide partijen deze voorwaarde niet wordt geaccepteerd, dan zal de raad een nader voorstel worden gedaan. De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming con form het nadere voorstel van burgemeester en wethouders. 15. AANKOOP GROND HEIAKKERS VAN MEVRI.C.M.MINDERHOUT-DE JONG. Voorstelnr.79.13 De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voor stel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1979 | | pagina 15