a
De heer Wils wil aannemer Oomen het werk gunnen op voorwaarde
dat het werk medio april 1979 gereed is. Indien hij geen garan
tie kan geven of wanneer Kramp de bevoegdheid behoudt om even
tuele claims in te dienen verlangt spreker dat de raad nader
gehoord zal worden.
De voorzitter zegt toe dat de verklaringen van aannemer Oomen
en van Kramp ter inzage zullen worden gegeven aan de raad.
Zodoende zal de raad de gelegenheid worden geboden om zonodig
een nadere beslissing te verlangen.
Wethouder Bogers meent dat deze zaak niet op een week mag af
springen. Hij deelt mede dat Kramp alleen de aanleg van de
Middenweg verlangt en niet de aanleg van een noodweg. Hij is
er van overtuigd dat Kramp een redelijk uitstel zal willen aan
vaarden.
De heer Wils meent dat terdege een termijn gesteld moet worden.
Met onwerkbare dagen kan uiteraard wel rekening worden gehouden,
Hij wil echter de nodige verklaringen van Kramp en Oomen over
gelegd zien.
Wethouder Lenselink merkt op dat zakenmensen hun planning maken
qua opening en qua seizoenwerkzaamheden. Om dit bedrijf zeker
te stellen zal de gemeente zekerheid vast moeten laten leggen.
Als deze zekerheid ontbreekt zal de raad een ander voorstel
moeten worden gedaan.
De heer Jansen sluit zich aan bij de heer Wils. Spreker wil de
opleveringsdatum met boeteclausule opnemen in de overeenkomst
met Oomen.
De heer Wils wil het falen van deze gemeentelijke planning op
lossen door deze onderhandse gunning. Kan zulks niet worden
gerealiseerd, dan moet de raad nader beslissen.
Wethouder Bogers kan instemmen met de gestelde voorwaarden,
zodanig dat het werk opgeleverd moet worden binnen een bepaald
aantal werkbare dagen na gunning. De aannemer kan echter niet
het risico nemen voor te late aanleg van leidingen door de
nutsbedrijven.
De voorzitter formuleert het raadsbesluit zodanig dat het werk
half april 1979 gereed moet zijn, rekeninghoudende met 10 on
werkbare dagen. Als er meer onwerkbare dagen zijn dan wordt
die termijn daarmee verlengd.
De heer Jansen kan hiermede instemmen, mits geen beperking ge
maakt wordt ten aanzien van levertijd van materialen.
Wethouder Bogers kan eveneens instemmen met het door de voor
zitter geformuleerde.
De heer Roomer is voorstander van de aanleg van een noodweg,
omdat men dan zeker tijdig gereed zal zijn. Spreker betreurt
het dat burgemeester en wethouders niet eerder de aanleg van
de Middenweg hebben voorbereid en zodoende uit tijdnood voor
stellen moeten doen voor het houden van een onderhandse aanbe
steding en zelfs nadat de aannemer de begroting van de Heide
Maatschappij heeft kunnen inzien.
Wethouder Bogers merkt op dat de aannemer geen inzage heeft
gekregen van de begroting, wèl van de te verrichten werkzaam
heden en materiaaleenheden, zonder eenheidsprijzen.
De voorzitter bevestigt dat de aannemer geen inzage heeft
gekregen in de begroting van de Heide Maatschappij.
Wethouder Lenselink vindt dat men voorzichtig moet zijn met
het uitspreken van vermoedens als men ze niet hard kan maken.
Spreker is er van overtuigd dat Oomen geen inzage heeft gehad
van de kostenraming van de Heide Mij.