- 11 -
De voorzitter antwoordt dat de prioriteitenlijst de projecten
in een zekere mate van volgorde naar urgentie zijn geplaatst;
hiervan kan echter afgeweken worden door bijv. subsidietoe
kenning en stijging van de noodzaak tot uitvoering.
De heer Konings zag liever dat op de prioriteitenlijst ook glo
bale ramingen worden opgenomen, zodat men kan afwegen wat haal
baar is; voorts zag spreker gaarne een meerjarenplan.
De voorzitter antwoordt dat de prioriteitenlijst zo goed moge
lijk de wensen vertolkt van de raadsfracties. Ramingen voor
die projecten zijn vaak niet of slechts zeer globaal te geven;
ongefundeerde ramingen zoude»! soms valse verwachtingen kunnen
wekken.
Wethouder Lenselink wil ook streven naar een meerjarenplanning,
zij het dan met voorzichtige ramingen op prijspeil van het
moment van aanbieding van de prioriteitenlijst.
De heer Konings merkt op dat riolering en reconstructie van de
Raadhuisstraat als twee afzonderlijke projecten zijn vermeld;
de reconstructie vergt ook aandacht voor o.m. het parkeerpro
bleem eri de gevaarlijke aansluiting van de Onderstal op de
Raadhuisstraat.
De voorzitter antwoordt dat in de eerste fase gesteefd wordt
naar vernieuwing van de riolering in de Raadhuisstraat; in
tussen zal dan ook de toekomstige reconstructie bestudeerd
moeten worden en daarbij zal ook de aansluiting van de Onder
stal op de Raadhuisstraat aandacht vragen.
Wethouder Lenselink attendeert op het behandelde in de commis
sie financiën met betrekking tot het voorbereidingscrediet
het zal voordeliger zijn als de drie objecten aaneensluitend
worden uitgevoerd.
De heer de Vos informeert naar de uitslag van de studie van
een verkeerstechnisch bureau inzake de doortrekking van de
Onderstal naar de Wouwbaan.
De voorzitter zegt toe dat het resultaat medegedeeld zal wor
den in de commissie openbare werken.
Wethouder Sogers wil eerst een planologisch onderzoek alvorens
het advies in de commissie openbare werken te brengen.
De voorzitter deelt mede dat deze zaak nog eens in het college
van burgemeester en wethouders bekeken zal worden.
De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming in te
stemmen met het aangeboden investerings-prioriteitenschema
19 80.
4. VASTSTELLING HEFFINGSMAATREGELEN 1980.
Stuknr.79.132.
De heer Jansen merkt op dat het tarief voor de onroerendgoed-
belasting niet aan de orde zou gesteld worden.
De voorzitter antwoordt dat geen voorstel wordt gedaan inzake
wijziging van het tarief voor de onroerendgoedbelastingmaar
dat wél aan de orde is: de instemming met het voornemen om het
tarief van de onroerendgoedbelasting zodanig te bepalen dat
/per object de opbrengst van die belasting/met 5% stijgt; nadat de
^ijz.28nov79 totaalsom van de grondslag bekend is kan dan het heffingsper-
S centage worden vastgesteld.
De heer Wils kan akkoord gaan met zodanige tariefstelling dat
f /cL- de belastingopbrengst met 5% stijgt; het C.D.A. blijft streven
- naar gelijkmatige verhoging van belastingen; daarbij is voor
1980 een stijging van 5% aanvaardbaar.