- 7
De voorzitter is van mening dat de ambtenarenbonden onder één
centrale vallen zodat slechts 2 ambtenaren vertegenwoordigd kunner
zijn.
De heer Hoek merkt op dat van de 55 personeelsleden er slechts 28
georganiseerd zijn. Spreker pleit er voor om de twee extra-ver
tegenwoordigers toe te wijzen uit de niet-georganiseerden
De heer Lenselink is hier tegen. Het bepleiten"van ambtenarenbe-
langen zal moeten geschieden via de vakorganisaties.
De heer -Hoek stelt dat de gemeente een overlegorgaan wil creëren
voor slechts 50% van het gemeentepersoneelDe ongeorganiseerden
hebben dan totaal geen inspraak»
Wethouder Sogers merkt op dat juist de ambtenaren-organisaties op
gemotiveerde wijze aan het overleg kunnen deelnemen zonodig met
bijstand van vakbondbestuurders
De heer van Tilburg wil een vertegenwoordiging uitsluitend via de
vakorganisaties.
De voorzitter stelt voor om bij de vakbonden te informeren of er
4 vakbondsvertegenwoordigers aangewezen kunnen worden» Derhalve
zal in de? volgende vergadering het definitieve voorstel worden oe
daan»
De heer A.Jansen vindt de installing van een commissie voor georg
niseerd overleg niet nodigHij meent dat het staf-overleg voldoe;
de functioneert alwaar ook belangen van de ambtenaren besproken
kunnen worden
De voorzitter merkt op dat het stafoverleg in eerste instantie is;
bedoeld voor zakelijk overleg» De rechtspositie van de ambtenaar
kan in dat overleg ook besproken worden. In het stafoverleg heeft
de chef niet de mening van de afdeling te verdedigen
De heer Lenselink vindt het instel1en van een commissie nuttig en!
noodzakelijk, als men de algemene maatschappelijke ontwikkelingen
in ogenschouw neemt»
Wethouder Roomer kan meegaan met pariteit tussen vertegenwoordi
ging van gemeentebestuur en ambtenaren
Oe voorzitter stelt voor om in principe over te gaan tot instel
ling van een commissie georganiseerd overleg waarbij de vertegen
woordiging van de ambtenaren nog nader zal worden bestudeerd.
Thans zal nog niet worden overgegaan tot vaststelling van de ver
ordening.
De heer Hoek merkt op dat hij niet tegen het instellen van een
commissie als zodanig is, doch tegen de model-verordening
Vervolgens wordt overgegaan tot mondelinge stemming inzake het
principiële standpunt tot het al of niet instellen van een commis
sie georganiseerd overleg*
Voor zijn de leden: KoningsWils, van Tilburg, Schuurbiers
Sogers, Lenselink, de Vos en Roomer;
xêgen zijn de leden Malgo-v*dLaakHoekA.Jansen en Kuijlen,
zodat in principe is besloten tot instelling van een commissie
georganiseerd overleg.
De volgende vergadering wordt bepaald op 1 maart 1977,
Niets meer ter vergadering aan de orde zijnde sluit de voorzitter de
vergadering met gebed.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van 1 maart 1977.
De raad voornoemdy j
de secretaris, de voo^iyjtter