dWordt bij de toewijzing van deze woningen gestreefd naar
doorstroming?
De voorzitter antwoordt dat door het bekend worden van de
voorgenomen woningbouw reeds een zeker doorstromingseffect
ontstaat. Er zijn reeds gegadigden die een goedkopere wo
ning willen ontruimen bij toewijzing van een duurdere wo
ningwetwoning.
De heer Wils meent dat de doorstroming bevorderd zou kunnen
worden door meer gegevens aan het publiek te verstrekken door
bijv. verstrekking van een tekening met korte beschrijving.
De heer Hoek stemt in met de heer Wils en voegt daaraan toe
dat ook meer geattendeerd kan worden op de mogelijkheid voor
het verkrijgen van individuele huursubsidie en huurgewennings-
bijdragen.
De heer Roomer antwoordt dat bij deze woningtoewijzing ge
streefd wordt naar toewijzing aan ingezetenen en aan personen
die een economische binding met de gemeente Woensdrecht heb
ben. Eerst als de lijst van deze gegadigden is uitgeput, wor
den woningen aan overige aanvragers toegewezen.
De heer Lenselink stemt in met dat beleid; men behoeft geen
woningwetwoningen te bouwen voor"randstedelingen".
De voorzitter antwoordt dat de raadsleden in het algemeen niet
té gedetailleerde informaties moeten verstrekken, maar beter
de vragenstellers kunnen verwijzen naar de juiste instanties
of personen.
De heren Wils en Lenselink zijn van mening dat ook de raadsle
den zo goed mogelijke informaties moeten kunnen verstrekken.
De heer Hoek meent dat de raadsleden meer tot taak hebben öm
het publiek de juiste weg te wijzen naar de verschillende be
voegde instanties.
De heer Van Tilburg informeert of woningzoekenden voldoende
geïnformeerd worden naar de mogelijkheid van huursubsidie.
De voorzitter antwoordt dat voor belangstellenden speciale
voorlichtingsbladen over huursubsidie verkrijgbaar zijn bij
de administratie van de Woningstichting Woensdrecht.
Niets meer ter behandeling in de openbare vergadering aan de
orde zijnde, acht de voorzitter het nodig om in besloten zit
ting over te gaan.
Hij schorst de vergadering en laat de deuren sluiten.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van 30 september 1975.