De heer A.Jansen licht toe dat hij zijn verzoek tot het mogen
stellen van vragen op 23 oktober 1974 in de brievenbus van het
gemeentehuis heeft gestopt, zodat zijn verzoek tijdig moet zijn
ingekomen
De voorzitter antwoordt dat het verzoek op 25 oktober 1974 is in
geboekt hetgeen te laat is geweest om het verzoek nog te behande
len. Overigens behoeft het verzoek nog nadere toelichting van de
zijde van de vragensteller.
De heer Wils meent in het verdagingsbesluit van gedeputeerde sta
ten met betrekking tot de nieuwe kleuterschool aan de Minckelers-
weg te bespeuren dat de gemeente mede oorzaak is van de vertraging
Dit moet volgens hem worden voorkomen.
De voorzitter antwoordt dat het wachten was op de urgentieverkla
ring die juist deze morgen pas is ontvangen. Nu deze verklaring is
ingekomen kan de procedure worden voortgezet.
De heer Kgnings stelt het op prijs dat de raadsleden vóór cïe pers
worden geïnformeerd over belangrijke beslissingen zoals b.v. het
geval was met de prijsverhoging der vuilniszakken.
De voorzitter antwoordt dat het college van burgemeester en wet
houders de raadsleden voldoende wenste te informeren. Overigens is
hij het met de heer Konings eens en zegt toe dat in de toekomst
naar meer tijdige informatie zal wórden gestreefd.
De heer Wils doet de suggestie om alle raadsleden de verslagen van
alle commissievergaderingen toe te zenden.-
De voorzitter antwoordt dat zulks momenteel niet aan de orde is
doch de suggestie zal nader in studie worden genomen.
De heer de Vos merkt, op dat nog andere personen restitutie zouden
kunnen verkrijgen wegens losing van rioolwater buiten hef gemeente
lijke rioolstelsel.
De heer Lenselink betuigt adhesie aan het gestelde in het verslag
van de commissie openbare werken met betrekking tot openheid van
bestuur.
De voorzitter antwoordt dat het college voor suggesties
openstaat»
De raad besluit 'zonder hoofdelijke stemming de mededelingen voor ken
nisgeving te aanvaarden.
3. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET VERGOEDINGSBEDRAG ËX ARTIKEL 101
DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 OVER 1975. NR.1696.
Wethouder Roomer licht toe dat bij het college van burgemeester en
wethouders voorop heeft gestaan dat voor goed onderwijs moet wor
den gezorgd.
Hij wijst er op dat; naast de exploitatie-vergoeding ook nog andere
lasten op het gebied van onderwijs voor rekening van de gemeente
blijven. Voorts zou een verhoging tot op b.v. ƒ.280,— een aan
zienlijk tekort op de gemeentebegroting bewerkstelligen. Als de
scholen met hef voorgestelde bedrag van ƒ.220,— niet uitkomen
zullen zij dit met rekeningscijfers moeten aantonen»
De voorzitter vult aan dat de gemeentelijke lasten nu reeds de
doeluitkeringen van het riik ^vertreffen'.
De heer Lenselink rs-varir i^nrnrg dat de gemeente het vergoedingsbe
drag ex artikel 101 voor 80% terug ontvangt van het rijk. De hier
geldende vergoeding is in vergelijking met andere en. omliggende
gemeenten erg laag en het wordt de hoogste tijd om die achterstand
in te lopen. Hij meent dat teveel is voorbijgegaan aan het advies
van de inspecteur van het lager onderwijs.en stelt voor om het be
drag voor 1975 vast te stellen.op ƒ.260,
De voorzitter antwoordt dat het onjuist is dat de gemeente het
vergoedingsbedrag voor 80% terug ontvangt van het rijk. De vergoe
ding is gebonden aan bepaalde normen*
-Elke