/-v
i
f
een andere reclamant bij eendergelijk gesprek geppogd i:
- 10 -
De voorzitter meent dat zulks niet noodzakelijk, was omdat voldoen
de informatie aanwezig was uit de correspondentie# Voorts is in
het verleden gebleken datdoor AwcAoroaftt gepoogd worthy om een
verdeeldheid binnen het college teweeg te brengen#
Wethouder Sogers merkt op dat hij- het eveneens niet nodig vond om
de heer Schiffer in de vergadering van burgemeester en wethouders
te horen; er was ten tijde van de aanvraag niets bekend bij de
wethouders dat hij zich zou beroepen op een toezegging of iets van
dien aard zijdens de burgemeester. De wethouders waren tot voor
kort., niet op de hoogte van het desbetreffende onderhoud tussen
Schiffer en deburgemeesterHij meent dat Schiffer geen bouw
en woonvergunning kan worden verleend. Wat verder met Schiffer
moet gebeuren dient nader te worden beoordeeld.
De voorzitter merkt op dat aandrang op de heer Schiffer zal worden
uitgeoefend om. andere huisvesting te zoeken#
De heer Lenselink .meeat, dat de aanpak van het college van burge
meester en wethouders niet juist 'is geweest» Dit college had het
gevraagde onderhoud moeten toestaan teneinde eventuele vraagpunten
op te lossen.
Reclamant is nu teveel de dupe geworden»
-De voorzitter antwoordt dat de heer Schiffer herhaaldelijk schrifte
lijk is geïnformeerd waarbij op het illegaal gebruik is gewezen»
Ben persoonlijk onderhoud werd derhalve niet nodig geacht.
De heer Hoek meent dat het niet toestaan van het onderhoud kan
worden uitgelegd als een zekere angst om voor de feiten gesteld te
worden
Een dergelijk onderhoud was deduidelijkheid van het bestuur zeker
ten goede gekomen»
Wethouder Sogers meent dat de heer Schiffer in dit geval heeft ge
tracht iets ie..bewerken wat niet mogelijk was, derhalve meende hij
dat een onderhoud'.ant«d#ig„was.
Wethouder Roomer meent dat de heer Schiffer in het college had
willen toelichten waarom hij na het gesprek met de burgemeester
toch zonder nader overleg met het gemeentebestuur tot aankoop over
ging. De kardinale vraag had dan naar voor kunnen komen of de
burgemeester in deze wel juist heeft gehandeld»
De voorzitter wijst er op dat hij in dergelijke gesprekken tóch
steeds uitdrukkelijk wijst.op de bevoegdheid van het college van
burgemeester en wethouders en de raad#
De heer Hoek meent dat het frustrerend werkte voor de heer
Schiffer dat hij zich niet heeft kunnen verdedigen in het college.
Wethouder Sogers licht toe dat de heer Schiffer niet heeft medege
deeld dat hij het gesprek métde-"burgemeester wenste toe te lich
ten, doch enkel wélde spreken over het ingediende bezwaarschrift.
Hij meent dat de consequenties- volledig voor. Schif fer zijn en dat
beslist geen bouw-of woonvergunning kan worden verleend.
De heer 'Hoek -merkt op dat de gemiddeldeburger zeer grote waarde
hecht aan een zienswijze van de burgemeester» Mogelijk heeft de
heer Schiffer zich hierop gebaseerd en het risico genomen in de
verwachting dat hat college van burgemeester en wethouders de
zienswijze va»'';8è
Toen dit echter niet het geval bleek, heeft hij een onderhoud met
het- college aangevraagd, hetgeen-,hem is geweigerd*
De voorzitter zegt toe dat in voorkomende gevallen met de opmer
kingen inzake onderhoud met het college zoveel mogelijk rekening
sal worden gehouden»
De heer Lenselink vindt het beslissen over het -voorstel erg moei
lijk* Indien het voort-ïteilechtèr wordt aangenomen1 verzoekt hij om
een oplossing te zoeken ongeacht de tijdsduur, voor dit gedupeerde
gezin.
- Be voorzitter -