O p e n b a r e Vergadering
van -de raad der gemeente Woensdrecht op dinsdag 3 september 1974
des avonds te acht jiur.
VOORZITTER Mr.J.M.de Leeuw, burgemeester»
SECRETARIS C. van Kaam.
AANWEZIG de leden Sogersde Vos, SchuurbiersWils, Lenselink,
Hoek, Malgo-v.d.Laak, KoningsRoomer, Kuijlen, A.Jansen,
J.Jansen en W.v.Tilburg.
AFWEZIG geen der leden.
De voorzitter heet. allen welkom, in het bijzonder de nieuwe leden.
Hij acht het goed om bij de aanvang van de nieuwe zittingsperiode
zich te bezinnen op de taak en de plaats van de raad in de gemeenschap.
De raad staat aan het hoofd van de gemeente, welke gemeente zij hebben
te besturen» De raad maakt de verordeningen en beslist over practisch
alle bestuurszaken. Het college van burgemeester en wethouders is aan
de raad verantwoording verschuldigd omtrent de uitvoering van haar
taak. Het probleem doet zich voor dat de raad niet altijd voldoende ge
ïnformeerd wordt om haar taak naar behoren te kunnen uitvoeren. Er moet
een goede samenwerking bestaan tussen het college van burgemeester en
wethouders en de raad. Een van de belangrijkste taken acht de voorzit
ter het verkiezen van de wethouders hetgeen hedenavond aan de orde zal
worden gesteld. Het college kan zijn een afspiegelingscollege waarin
alle partijen zijn vertegenwoordigd, doch het kan ook zijn een meerder
heidscollege dat wordt gesteund door de meerderheid van de raad. Een
constante controverse tussen raad en college van burgemeester en wet
houders moet worden vermedenIn het verleden heeft het college van
burgemeester en wethouders practisch altijd kunnen rekenen op de steun
van de raad en hij hoopt dat dit in de; toekomst ook het geval zal mo
gen zijn.
Als een andere taak van de raad noemt de voorzitter het contact met de
burgerij. Dit kan bestaan uit het ter tafel brengen van de verlangens
en wensen uit de burgerij en het aannemelijk maken van beslissingen
bij de burgerij. Spreker wil niet alle grote taken naar voren brengen
doch wil een uitzondering maken voor één grote taak: de bouw van een
nieuw gemeentehuis. De noodzaak hieraan komt hedenavond weer naar voren
door de grote publieke belangstelling.
De voorzitter deelt mede dat er vergeleken met de zittingsperiode aan
vangende in 1970 een verjonging van de raad heeft plaatsgevonden. De
leeftijden in 1970 varieerden van 41 tot 70 jaar en thans van 28 tot
67 jaar.
In het bijzonder heet de voorzitter de nieuwe leden welkom.
Tot mevrouw Malgo zegt de voorzitter dat de raad sedert 1929 heeft
moeten wachten op een nieuw vrouwelijk raadslid.
De voorzitter verwacht van haar een grote inbreng,dit vanwege haar in
teresse in de gemeentezaken» Hij acht het raadslidmaatschap van me
vrouw Malgo als een fungeren als voorhoede van de zwijgende achterban
van vrouwen.
Van de heer Schuurbiers is reeds een gemeenschapsgevoel bekend vanwe
ge zijn lidmaatschap van brandweer en harmonie.
De voorzitter verwacht van hem een politieke en zakelijke inbreng.
De voorzitter is verheugd dat de heer Lenselink nu al zo'n grote inte
resse voor gemeentezaken heeft. Zijn ervaringen opgedaan in de over
heidssfeer zullen hem zeker van pas komen in zijn werkzaamheden als
raadslid.
De voorzitter wenst de heer Konings toe dat hij meer op de voorgrond
kan treden. Hij is namelijk reeds lang werkzaam op het politieke vlak
doch bleef tot nu toe op de achtergrond. Hij"verwacht van de heer Ko
nings een frisse inbreng.
-De voorzitter-