c. VOORSTEL INZAKE HET VERLENEN VAN MEDEWERKING AAN EEN AANVRAAG
VAN DE STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS WOENSDRECHT VOOR VERBETE
RING VAN DE VERLICHTING IN DE H. HARTSCHOOL AAN DE WOUWBAAN.
Raadsvoorstel nr, 1665.
De heer de Vos bevreemdt het dat deze voorziening reeds nu
noodzakelijk is in deze betrekkelijk nieuwe school.
De voorzitter antwoordt dat na ongeveer 15 jaar aanpassing
noodzakelijk is aan de thans geldende verlichtingsnormen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING INZAKE RIOOLRECHTEN.
Raadsvoorstel nr.1666.
De heer Roomer heeft steeds geplèit voor onderscheid tussen kleine
en grote verbruikers; daarom is sprekers fractie tegen het thans
voorgestelde uniforme tarief.
De voorzitter verwijst naar de argumentatie in het raadsvoorstel.
De heer Roomer verklaart zich bereid om met het gemeentebstuur te
onderzoeken op welke manier een aanvaardbare differentiatie kan worden
gevonden tussen grote en kleine verbruikers. Hij erkent dat koppeling
aan het waterverbruik onbillijkheden met zich brengt, maar er kan een
modus gevonden worden. Hij stelt voor om het raadsvoorstel terug te
nemen
De heer de Vos meent dat het tarief van f.60,lager gesteld zou
kunnen worden dit in vergelijking met de opbrengst over de jaren 1973
en 1974. Overigens voelt hij ook wel iets voor een differentiatie
bijv. door de bedrijven afzonderlijk te bel as'ten.
De heer Hoek meent dat in het oude tarief ook een onbillijkheid zat.
.Bij rioolwaterafvoer ligt de kostenfactor niet zozeer in de hoeveel
heid afgevoerd water, maar in de kosten van aanleg en onderhoud van
de rioolaansluiting.
De voorzitter meent dat elk heffingsstelsel wel een onbillijkheid zal
inhouden, doch het voorgestelde uniforme tarief is niet onredelijk en
onbillijk,
Wethouder Wils stelt dat de heffing van f,60,— is ter dekking van
de kosten van het gemeentelijk rioolstelsel; het waterschap West-
Brabant kan bij de verontreinigingsheffing differentiatie toepassen
naar mate de hoeveelheid of kwaliteit van verontreinigd water.
De heer Roomer meent dat ook de rioolrechten gedifferentieerd moeten
worden en dat rekening moet worden gehouden met de hoeveelheid af te
voeren water per aansluiting.
Wethouder Wils meent dat tot op zekere hoogte alle inwoners bijdragen
in de gemeentevoorzieningen zonder dat altijd direct relatie gelegd
kan worden tussen de voorziening, direct nut voor de inwoner en
hoogte van de bijdrage.
Wethouder Bogers betreurt het ook dat voor de normale gezinnen de
totale kosten voor rioolrecht en verontreinigingsheffing hoger ge
worden zijn na de overname van de zuiveringstaak door het Waterschap.
Hij vindt het billijk dat de bewoners rioolrechten betalen; vroeger
werden die kosten alleen door eigenaar van het pand betaald. Als
grote vervuilers het noodzakelijk maken dat grotere rioolleidingen
worden aangebracht zal zeker een differentiatie nodig zijn; zulks
is thans niet het geval, daarom wordt differentiatie in het riool
recht niet nodig geacht.
De heer Roomer wenst differentiatie naar draagkracht van de gebruikers
De voorzitter antwoordt dat differentiatie naar draagkracht niet
wordt toegepast bij retributies.
-Het-