Hij bezocht de lagere school aan de Nieuweweg, toenmaals de. enige jongensschool hier. Bij de ASSO te Arnhem volgde hij cur sussen voor het middenstandsdiploma en gezel-timmeren. In 1943 huwde hij met de Woensdrechtse Anna Cornelia Mous,1 dochter van een man met een voor deze streek typisch beroep, n.l. krooibaas. Zij schonk hem vijf zoons, van wie de laatste in 1952 het inwoner tal van de gemeente op 50ÖÖ bracht. De zoons hebben begrepen dat er uit het ontbreken van dochters een taak voor hun voortvloeide en hebben al drie lieve schoondochters aangebracht. Bij de wet van 24 februari 1955, S 69, werd Minnebach tot Nederlander genaturali seerd Reeds van 1946 af werkte Minnebach als timmerman, later als uitvoerder, in dienst van diverse aannemers op de vliegbasis, waar-' van hij dus alle fasen heeft meegemaakt. Dezewerkzaamheden bonden hem op een nieuwe wijze met onze gemeente vanwege zijn dienstbaar heid aan het vliegveld, de bakermat van onze huidige welvaart. In 1969 trad hij in overheidsdienst als bouwkundig opzichter bij de BABOVbelast met het onderhoud van de gebouwen op de vliegbasis Woensdrecht. Deze verantwoordelijke functie lag uiteraard geheel in het verlengde van zijn vroegere betrekking. Zoals alles vervul de hij ook deze functie in uitstekende verstandhouding met zijn collega's, met volledige inzet en grote interesse. Hij deed wat reeds de Romeinen beschouwden als de hoogste deugd: hij zorgde voor de goederen van de gemeenschap ais was het zijn eigendom. Zo was hij bijna letterlijk als steunpilaar van onze welvaart, zoals hij later meer figuurlijk steunpilaar werd van de Woensdrechtse gemeenschap. Niet zoveel later trouwens, want reeds in september 1966 werd hij lid van de gemeenteraad als tweede man in de fractie de Weert. In deze nieuwe hoedanigheid muntte hij uit door ijver, inzicht en beschaving; zijn opmerkingen waren bondig, duidelijk en aangepast en betekenden steeds een verrijking van het debat. Hij was lid van de commissie Openbare Werken en van de commissie gemeentehuisvoorzieningen tot mei 1973. Tijdens zijn tweede zit- i tingsperiode werd hij in april 1971 waarnemend wethouder, als hoe danig hij voor de wat langere perioden betreft optrad 17 mei - 21 juni 1971 en 5 maart - 1 mei 1973, op welke datum hij benoemd werd tot wethouder als opvolger van de inmiddels overleden heer J.C.de Weert. Het aanvaarden van die benoeming tekent Minnebach wel ten volle als een doorzetter, want betrekkelijk kort tevoren had hij te kampen met een hardnekkige lichamelijke handicap. De interesse voor het gemeentelijk leven had hem echter zo in de greep dat hij het veelomvattende wethouderschap niet afwees. Hij nam de portefeuilles van wethouder de Weert over: sociale zaken en financiën en begaf zich manmoedig in alle beslommeringen die dit meebracht en de functies die daarbij hoorden: voorzitter van de commissie financiën en belastingen, voorzitter van .het college voor de verlening van bijstand en van de talrijke commissies van sociale zaken, bestuurslid van het Werkvoorzieningschap. In het college van b. en w. was Minnebach een onmisbare collega, gesierd door dezelfde eigenschappen als in de raad naar voren kwamen en die nu nog meer vrucht konden dragen. Hij combineerde bovendien zin voor een rechte lijn met een zekere soepelheid, waardoor zijn mentaliteit die van de idelae bestuurder benaderde. Zijn manier van ambtsvervulling beloofde het beste voor zijn dierbare gemeente.' Van de oprichting in 1971 af was Minnebach bestuurslid en secretaris van de Woningstichting Woensdrecht,waar hij zich (ik zou bijna zeggen: uiteraard) speciaal met bouwtechnische zaken bezig hield, waarbij het woningonderhoud en de wijkverwarming bij zondere vermelding behoeven. Voorts was hij lid van de commissie toewijzing woningen, hetgeen een speciaal delicate en verantwoor» delijke taak meebracht. -Het-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1974 | | pagina 38