mmmrn
- 2 -
De voorzitter zegt toe dat voor meerdere voorlichting zal
dienen te worden zorggedragen zodra meer bekendheid bestaat
omtrent de ontwerp-gewestwet.
De heer Hoek verzoekt de on twerp-s truc tuurschet s ter inzage
te mogen ontvangen.
De voorzitter zegt toe dat meerdere exemplaren zullen worden
besteld ter roulatie onder de raadsleden.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming de mededelingen voor
kennisgeving te aanvaarden.
3. WIJZIGING UITKERINGS— EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS.
Voorstelnr1713
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voor
stel van burgemeester en wethouders.
4. VERDELING WERKZAAMHEDEN BURGERLIJKE STAND. Voorstelnr.1714.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel van burgemees-ter en wethouders.
5. AANSCHAFFING BRANDWEERAUTO. Voorstelnr17152e wijziging
gemeentebegroting 1975.
De voorzitter licht toe dat het voorgestelde erediet het
maximale bedrag omvat aangezien thans nog besprekingen lopen
omtrent het te kiezen type. Een leverancier is derhalve nog
niet gekozen» reden waarom hij de leden verzoekt in hun dis
cussie geen namen te willen noemen.
De heer Konings steunt het voorstel van burgemeester en wet
houders»
De heer Vos verstrekt de raad enkele technische informaties.
Hij zag echter liever een ruimer erediet zodat er enige
reserve zal zijn voor nadere noodzakelijke aanvullingen.
De voorzitter licht toe dat een crediet-overschrijding van
10% gewoonlijk acceptabel is.
De heer A.Jansen heeft in de stukken niets gevonden omtrent
de eventuele inruilwaarde van de bestaande brandweerauto.
De voorzitter antwoordt dat deze waarde niet dermate hoog
wordt geschat dat een raming noodzakelijk werd geacht. Hij
zegt echter wel toe dat getracht zal worden om deze auto zo
goed mogelijk van de hand te doen»
De heer A.Jansen informeert of dergelijke aanschaffingen niet
beter in regionaal verband kunnen geschieden.
De voorzitter antwoordt dat regionaal overleg heeft plaats
gevonden.
Voor een goede brandbestrijding heeft elke gemeente zijn
eigen brandweerwagen nodig, welke aanschaf in nauw overleg
met de regionale brandweercommandant wordt gedaan.
De heer de Vos merkt in dit verband nog op dat door het
Ministerie .van Binnenlandse Zaken de eis wordt gesteld dat in
elke gemeente binnen 3 minuten kan worden uitgerukt en dat
binnen 10 minuten na alarmering de wagen bij de brand aan
wezig kan zijn.
De heer Lenselink vraagt de nodige aandacht voor brandbe
strijding bij transporten van gevaarlijke stoffen.
De heer de Vos antwoordt dat de brandweer beschikt over een
cartotheek van gevaarlijke stoffen waarop staat aangegeven
hoe gehandeld moet worden en wie te hulp moet worden geroepen.
- De heer Wils -