3 6. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING INGEVOLGE DE LAGER- ONDERWIJSWET EN BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET TEN BEHOEVE VAN DE HHARTSCHOOLRaadsvoorstelnr. 1541. 28e wijziging gemeentebegroting 1973® De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 7. VOORSTEL .TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING INGEVOLGE DE KLEUTER ONDERWIJSWET EN BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET TEN BEHOEVE VAN DE ST. FRANCISCUSKLEUTERSCHOOL. Raadsvoorstelnr. 1540. 2 7e wijziging gemeentebegroting- 1973» De heer Hoek informeert of de gemeente niet verzekerd is tegen stormschade» De voorzitter antwoordt dat de premie erg hoog is in verhouding tot het risico. De heer Roomer acht het vrij normaal dat gebouwen tegen stormscha de zijn verzekerd» De voorzitter zegt toe dat inzake de premiebedragen een nota aan de raad zal worden verstrekt. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders* 8. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE EXPLOITATIE-VERGOEDING EX ARTIKEL 101 DER LAGER—ONDERWIJSWET VOOR 1974. Raadsvoorstelnr. 1537. De heer Hoek informeert naar de hoogte van het vergoedingsbedrag in Bergen op Zoom. De voorzitter meent dat het vergoedingsbedrag in Bergen op Zoom ook moeilijk als vergelijkingsbedrag is te hanteren. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 9. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN HERNIEUWDE VERORDENING REGELENDE DE HONDENBELASTING. Raadsvoorstelnr. 1532. De heer Jansen informeert naar de kwalificatie loslopende hond en waakhond. Spreker meent dat zeer streng wordt opgetreden tegen houders van honden. De voorzitter anwoordt dat in de ontwerp-verordeninq geen onder scheid wordt gemaakt. Voor alle honden zal hetzelfde tarief gelden* Het politie-optreden richt zich tegen loslopende honden op de straat; waardoor ingezetenen overlast ondervinden. De heer Beijnen informeert naar de mogelijkheid voor vrijstelling van honden van leden van hondenclubs. De voorzitter merkt op dat het houden van honden een sport is; men moet ook delasten ervan willen dragen. Voor opsporing beschikt de rijkspolitie over eigen speurhonden mat deskundige hondenge leiders* Wethouder Sogers voelt wel iets voor vrijstelling. Wethouder Minnebach meent dat het africhten van speurhonden of jachthonden veelal geschiedt uit oogpunt om de hond met certifi caat tegen hogere prijs te kunnen verkopen. Derhalve betreft het gedeeltelijk sport» gedeeltelijk winstbejag. De heer Jansen meent dat bij uitlening van deze honden aan de poli tie een vergoeding in rekening kan worden gebracht. De heer Hoek zag liever vrijstelling voor honden welke door alleen staande bejaarden worden gehouden® -Op-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1973 | | pagina 43