Openbare Vergadering
van de raad der gemeente Woensdrecht op dinsdag 27 maart 1973
des avonds te acht uur.
Voorzitter:
Secretaris
Aanwezig
Vacature
Mr.J.M.de Leeuw, burgemeester.
C.van Kaam.
de leden de Jonge, Heijnen, de Vos, Verboven, Roomer,
van Veen, Jansen, van Tilburg, Kuijlen en Hoek en de
wethouder Bogers en waarnemend wethouder Minnebach.
in verband met overlijden van wethouder J.C.de Weert.
Tot voorstemmer wordt door het lot aangewezen: wethouder Bogers.
1. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VORIGE VERGADERINGEN.
De notulen van de openbare vergadering van 27 februari 19?3 en
van de buitengewone openbare vergadering van 7 maart 1973 zijn
aan de leden in concept toegezonden.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming deze notulen onge
wijzigd vast te stellen.
2. MEDEDELINGEN.
a. Bericht van overlijden van de heer C.van Elzakker.
De voorzitter herdenkt de overleden heer C.van Elzakker als
volgt:
Kort na hetplotseling verscheiden van wethouder De Weert,
doch veel minder onverwacht, is ons ontvallen degene die
de laatste tien jaren zijn naaste ambtelijke medewerker is
geweest: Cornelis van Elzakker, hoofd van de afdeling bevol
king, militaire zaken, sociale zaken en huisvesting der ge
meentesecretarie. Sinds 1970 lijdende aan een slepende ziekte
is hij op 19 maart 1973 volledig voorbereid ontslapen. In
hem is heengegaan een man met een uitgesproken persoonlijk
heid, die enorm veel voor onze gemeente en onze gemeenschap
in tal van geledingen heeft betekend.
Hij was 24 jaar toen hij op 1 juli 1934 in dienst van de
gemeente Woensdrecht kwam, als bode en controleur van de
werkverschaffing. Vanaf l november 1939 was hij als secretaris
van de desbetreffende organen de ziel van de financiële bij
standsverlening vanwege de overheid. Tallozen hebben zich in
de loop van deze tientallen jaren tot hem gewend, en ze heb
ben in hem een man getroffen die hen en hun omstandigheden door
en door kende en aanvoelde en die enerzijds met begrip en
meeleven doch anderzijds ferm en doortastend een oordeel vorm
de, dat hij met grote beslistheid legde op de tafel van hen
die moesten besluiten; noch de justiciabele noch de bestuurder
werd in het onzekere gelaten omtrent Van Elzakkers mening. Wat
naar zijn mening recht en billijk was, moest geschieden- en
het geschiedde dan ook practisch steeds. Het is onvoorstelbaar
wat hij aan persoonlijke noden van andere heeft moeten aanhoren
en verwerken; het lijkt onmogelijk zolang de lasten van zoveel
andere te dragen, maar Van Elzakker is niet bezweken. Geheel
in het vertegde van zijn bij uitstek sociale ambt was Van El
zakker vanaf de bevrijding mede belast met de advisering inzake
I