Openbare Vergadering van de raad der gemeente Woensdrecht op dinsdag 26 september 19 72 des uHr.i Voorzitter: Mr.J.M.de Leeuw burgemeester. Secretaris: C.van Kaam. Aanwezig de leden de Jonge, de Vó'êv LuijsterburgVerboven, Roomer, van Veen, Jansen, -'van Tilburg, Kui j len en Hoek en de wethouders Bogers en de Weert. Afwezig met kennisgeving wegens /ziekteshet lid Minnebach. De Voorzitter opent de vergadering met gebed. Tot Voorstemmer wordt door het lot aangewezen: het lid Jansen. Daarna stelt de Voorzitter aan de orde: 1. VASTSTELLING VAN DE NOTÜLEN VAN DE VORIGE VERGADERING. De notulen van dé vergadering van 29 augustus 1972 welke aan de leden in concept zijn toegezonden, worden zonder hoofdelijke stemming onveranderd vastgesteld. 2. MEDEDELINGEN: a. Brieven van Mr.Ravens d.d. 4 en 6 september 19 72 houdende afrekening inzake het rechtsgeding tot dading met c.v.-instal lateur L.Pijnen; b. Brief .d.d. 15 september 19 72 van het lid Luijsterburg houdende dankbetuiging aan de raad voor de hem bewezen attentie tijdens zijn ziekte; c. Besluiten van burgemeester en wethouders nrs.12321312 en 1355 waarbij garanties zijn verleend voor hypothecaire bouwcredieten d. Gedeputeerde staten van Noord-Brabant: bericht van instem ming met raadsbesluit van 29 augustus 1972 tot wijziging van de Verordening inzake tegemoetkoming in studiekosten; e. Brief van Gedeputeerde staten van Noord-Brabant waarbij de raad wordt gehoord inzake een ontwerpbesluit tot wijziging van de Vergoedingsregeling raads- en commissieleden 1971. De heer Hoek vindt het onjuist dat nu voorgesteld wordt om het presentiegeld drastisch te verhogen, maar dat anderzijds van overheidswege steeds wordt aangedrongen op matiging van de uitgaven» De voorzitter antwoordt dat Gedeputeerde staten in de verho ging een reële waardering zien voor de werkzaamheid van de raadsleden. De heer Hoek vindt de voorgestelde presentiegelden in abso lute zin geenszins te hoog, maar vindt de thans voorgestelde, procentueel relatief arote verhoging niet opportuun in een tijd waarin op bezuinigingwordt aangedrongen. Spreker verzoekt zulks ter kennis van Gedeputeerde staten te brengen. De heer Roomer stemt met de heer Hoek in. De heer de Vos informeert naar het verloop van de verhogingen De Voorzitter antwoordt dat met ingang van 1 januari 19 71 het presentiegeld van ƒ.15,op ƒ.2 5,-- was gebracht en dat thans ƒ.35,wordt voorgesteld. Overigens moet deze ver hoging gezien worden in het kader van de totale herziening van de geldelijke waardering voor het werk van politieke func tionarissen. Wethouder de Weert meent dat een redelijke vergoeding voor de raadsleden nodig is; voor een goede uitoefening van de i

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1972 | | pagina 58