- 4 - goed, maar wil anderzijds toch wel enige keuze mogelijk laten» De heer Hoek ziet wel in dat de overheid op bepaalde dingen moet ingrijpen doch niet op dit gebied» De voorzitter deelt mede dat piëteit, eenvoud en onderhouds kostenbesparing een grote rol spelen bij handhaving van een zekere uniformiteit» Spreker zegt toe dat in het college van burgemeester en wethouders de modellen nader zullen worden overwogen» De heer Roomer verlangt stemming» De uitslag van de mondelinge stemming luidt als volgt: Vóór stemmen de leden: de Weert, Luijsterburgvan Tilburg, Jansen, Vos, de Vos, de Jonge, Verboven, Minnebach, Kuijlen en Bogers» Tegen stemmen de leden Roomer en Hoek, zodat het voorstel van burgemeester en wethouders is aanvaard» 7. \jVOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR VERDERE 'ONTWIKKELING VAN HET PLAN "SPORTPARK", Raadsvoorstelnr1359» 14e wijziging gemeentebegroting 19 72» De heer de Vos informeert op welke wijze voorzien zal worden in de waterwinning van het zwembad. Wethouder de Weert merkt op dat de begroting betreft de plankos- ten en niet de uitvoeringskosten. De heer Jansen informeert naar het recreatieplan Kortenhoeff. Spreker vraagt zich af of er nog behoefte is aan een gemeente lijk zwembad nu deze plannen zullen worden ontwikkeld. Wethouder Bogers acht het noodzakelijk dat de gemeente door gaat met het streven naar een gemeentelijk zwembad. De gemeente heeft geen zeggenschap omtrent het gebruik van een particuliere zwemgelegenheid De voorzitter licht toe dat enkele initiatief-houders de prin cipiële instemming hebben gevraagd voor recreatieve ontwikke ling van dit gebied. Als een particulier grond en geld kan aan bieden om een concreet plan te ontwikkelen, wacht de gemeente de plannen met belangstelling af. Niet de gemeente zoekt candi- daten, maar wel de grondeigenaren; de gemeente neemt een af wachtende houding aan. Een voldragen plan heeft nimmer het gemeen tebestuur bereikt» De heer Kuijlen hoopt dat subsidiëring van het sportpark geen obstakel zal vormen voor subsidiëring van de rioolpersleiding. De voorzitter antwoordt dat de rioolpersleiding een verdergaand onderzoek vergt door het Waterschap West-Brabant, Provincie en Rijk. Nu een zuiveringsinstallatie geëist wordt in Waarde, moet bestudeerd worden of de persleiding rendabel te exploite ren zal zijn. Thans kan niet meer verder gewerkt worden op ba sisgegevens van 1963. De heer Hoek merkt op dat groot-waterverbruikers zelf gaan zuiveren om zo te ontkomen aan de hoge heffing van het Water schap De voorzitter antwoordt dat juist vanwege die onzekerheid naar stig wordt gestudeerd. Wethouder Bogers stelt dat indien de gemeente eigen zuiverings installatie moet oprichten, zij geen behoefte heeft aan een rioolpersleiding en zij via de zuiveringsinstallatie in de wa terlossing kan lozen. De heer Roomer dringt nogmaals aan om een kostenvergelijking te maken tussen de rioolpersleiding en een uitbreiding van de zuiveringsinstallatie. Wethouder de Weert merkt op dat aansluiting op de riooIperslei- -ding-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1972 | | pagina 26