-6-
De heer Roomer meent dat een vervoerdersonderneming zelf
moet zorgen voor eigen voldoende parkeerruimte»
Wethouder Bogers meent dat in bepaalde gebieden in de gemeente
een strook moet worden aangewezen waar plaats is om deze
vrachtwagens te parkeren»
Wethouder de Weert merkt op dat duidelijk staat aangegeven
waar niet geparkeerd mag worden» Er zijn legio plaatsen in
de gemeente te vinden waar het parkeren met grote vracht
wagens niet verboden is»
De voorzitter antwoordt dat het duidelijk waarneembaar is
voor een ieder waar geparkeerd mag worden» Dit behoeft niet
apart te worden aangegeven»
De heer Hoek vraagt zich af of er in deze gemeente een plaats
is aan te wijzen waar een chauffeur binnen enkele minuten
gaans niet zonder hinder zal kunnen parkeren»
De voorzitter merkt op dat in de parkeerexcessenverordening
is bepaald dat bepaalde mensen kunnen worden aangeschreven dat
ze op bepaalde plaatsen niet mogen parkeren»
De heer Kuijlen meent dat ook de autowrakken een probleem
vormen»
De voorzitter antwoordt dat ten aanzien van autowrakken
eveneens een bepaling is opgenomen in de parkeerexcessenver
ordening»
De heer de Vos vraagt of het mogelijk is de brandkranen in de
gemeente duidelijk te markeren» Spreker meent dat dit niet
alleen duidelijk zal zijn voor het vrijhouden op parkeer
plaatsen doch ook dat deze brandkranen bij avond door brand
weerlieden duidelijk waarneembaar zullen zijn»
De voorzitter zegt toe dat dit in de gemeente zal worden
bekeken»
15. VOORSTEL INZAKE EEN MOTIE VAN HET GEMEENTEBESTUUR VAN WEERSELO
BETREFFENDE SCHADECLAIMS INGEVOLGE DE WET RUIMTELIJKE ORDENING.
Raadsvoorstelnr1312
De heer Roomer informeert of er alhier reeds schaden zijn
geclaimd»
De voorzitter antwoordt ontkennend.
De heer Kuijlen merkt op dat het veelvuldig voorkomt dat
er bedrijven moeten verdwijnen indien geen hinderwets-ver-
gunning aanwezig is zonder dat enige vergoeding wordt uit
gekeerd.
De voorzitter antwoordt dat deze gevallen hier niet in de
eerste plaats worden bedoeld.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel van burgemeester en wethouders.
Niets meer ter behandeling in de openbare vergadering aan de orde
zijnde, acht de voorzitter het nodig om in besloten zitting over
te gaan. Hij schorst de vergadering en laat de deuren sluiten.
Aldus va.stgesteld ter openbare vergadering van 28 december 1971»