- 4 -
van burgemeester en wethouders.
6. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN NADER CREDIET TER
VOORBEREIDING VAN DE BOUW VAN EEN NIEUW GEMEENTEHUIS.Raadsvoorsfcelni
129 7. 34e wijziging gemeentebegroting 1971.
De heer Kuijlen informeert naar de plaats van het nieuwe gemeente
huis.
De voorzitter antwoordt dat dit nog moet worden beoordeeld.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
7.yBENOEMING VAN EEN COMMISSIE TOT BEGELEIDING VAN DE VOORBEREIDING
VOOR DE BOUW VAN EEN GEMEENTEHUIS. Raadsvoorstelnr1298.
De voorzitter vult het pre-advies aan in dier voege dat de com
missie zal bestaan uit twee leden van de Commissie Openbare
Werken en twee overige raadsleden.
De voorzitter vraagt of de raad de noodzaak aanwezig acht om
deze commissie in te stellen.
De heer Jansen vindt dat de commissie een moeilijke taak krijgt.
Spreker zag liever meer deskundigen in deze commissie.
Wethouder Bogers deelt mede dat adviezen van deskundigen worden
ingewonnen. De commissieleden kunnen hun inspraak van begin af
aan leveren.
De heer Jansen informeert naar de taak van de commissie.
De voorzitter antwoordt dat de taak zal zijn het overleggen met
het college van burgemeester en wethouders over de belangrijke
zaken, zodat zij degelijk aan de raad kunnen worden voorgelegd
en dat burgemeester en wethouders een hanteerbaar overlegorgaan
krijgen.
De heer Roomer merkt op dat de commissie aan deskundigen voor
lichting kan vragen.
De heer Kuijlen zag liever dat alle raadsleden in de gelegenheid
werden gesteld om op de hoogte te blijven. Bijvoorbeeld zouden
een of meer gemeentehuizen kunnen worden bezocht.
De voorzitter antwoordt dat de suggestie reeds is gedaan om de
jaarlijkse excursie dit jaar te laten leiden via een nieuw
gemeentehuis.
De heer Roomer deelt mede dat binnen de commissie openbare wer
ken twee leden zich bereid hebben verklaard om zitting te nemen
in deze commissie.
Wethouder Bogers noemt in aansluiting hierop de namen:
de leden Hoek en Minnebach.
De heer Jansen informeert of het feit dat de heer Minnebach
waarnemend wethouder is van belang is.
De voorzitter antwoordt dat dit van geen belang is aangezien de
heer Minnebach geen wethouder is.
De raad gaat vervolgens accoord met de instelling van een Bege
leidingscommissie gemeentehuis-voor zieningen.
Vervolgens wordt overgegaan tot schriftelijke stemming inzake
benoeming van vier leden in de begeleidingscommissie gemeente
hui svoor zieningen.
Tot stemopnemers worden door de voorzitter aangewezen de leden
Vos en Verboven, welke leden deze aanwijzing aanvaarden.
De uitslag van de schriftelijke stemming luidt:
12 stemmen voor de heer Minnebach,
11 stemmen voor de heer Hoek,
10 stemmen voor de heer Jansen,
7 stemmen voor de heer de Vos,
6 stemmen voor de heer Vos,
2 stemmen voor de heer Kuijlen,
1 stem voor de heer Roomer,
zodat de heren Minnebach, Hoek, Jansen en de Vos zijn benoemd.
•*- cli-S