- 2 - over het tijdvak 1 januari 19 70-31 december 1970; h. Schrijven d.d. 14 september 1971 van het lid Luijsterburg houdende verzoek om inlichtingen omtrent plaatsen van wacht huisjes en aanbrengen an verlichting nabij het kruispunt Antwerpsestraatweg-Heimolen en verharden van het rijwielpad Lange Steen-Zuidgeest. De voorzitter stelt voor om deze brief als agendapunt 11 van deze vergadering te behandelen. i. Schrijven van de Stichting Jeveo d.d. 17 september 1971 inzake neerlegging van de bestuursfuncties; j. Schrijven van de werkgroep ballet van de stichting Jeveo d.d. 25 september 1971 inzake neerlegging der bestuursfuncties; k. Schrijven ingekomen 24 september 1971 van de leden Hoek, Roomer en van Tilburg houdende verzoek tot het verstrekken van informaties betreffende de bestuursproblemen binnen het bestuur van de Stichting Jeveo. De voorzitter merkt op dat het schriftelijk verzoek te laat is ingekomen. Spreker geeft de leden welke de vragen hebben ge steld in overweging deze mondeling naar voren te brengen. Op verzoek van de voorzitter neemt wethouder de Weert de be handeling van deze vragen over. De heer Hoek geeft een toelichting op de vragen. Spreker merkt op dat het bestuur van de stichting Jeveo ongeveer 1-J jaar in functie is. Mogelijk is er autoritair opgetreden maar dat het goed functioneerde getuigt het aantal leden en de instemming van de werkgroepen, behalve van de ballet-werkgroep. Het stichtingsbestuur ziet achter de actie van de werkgroep de burgemeester. Als dit onjuist is, behoeft het Jeveo-bestuur niet af te treden, maar een andere werkgroep te formeren. De bezorgdheid over het voortbestaan van Jeveo is reden ge weest van het stellen van vragen. Spreker stelt dat het bestuur van de Stichting Jeveo inmiddels ontslag heeft genomen. Spreker vraagt of het juist is dat het Jeveo-bestuur zijn functie beschikbaar wil stellen vanwege een controverse met de burgemeester, ontstaan uit het lidmaat schap van diens echtgenote van de werkgroep ballet. De voorzitter antwoordt ontkennend. Wethouder de Weert is van mening dat een onenigheid binnen "^en verenigingsbestuur niet in de raad moet worden uitgespro ken De heer Jansen is van mening dat deze kwestie niet in de raad behandeld moet worden. Spreker acht het juist om het bestuur van Jeveo te bewege-n aan te blijven doch acht het onjuist om een persoonlijke kwestie in de raad uit te spreken. De heer Roomer verzoekt het woord. Wethouder de Weert is van mening dat de vragen zijn beantwoord, derhalve behoeft er niet meer te worden gediscussieerd. De raad is er om het algemeen belang te dienen en speciaal dat van de jeugd, maar niet om persoonlijke kwesties te bespreken. De heer Roomer is van mening dat emoties en politiek buiten de kwestie moeten worden gehouden. Volgens spreker heeft de raad de taak om het Jeveobestuur te behouden. Wethouder de Weert merkt op dat Jeveo de kwestie eerst bij burgemeester en wethouders kunnen aandienen en niet onmiddel lijk schriftelijk aan de raad. De heer Roomer deelt mede dat beide wethouders zijn ingelicht, met de burgemeester kan niet worden gepraat over deze kwestie. Zover de feiten spreker bekend zijn, heeft hij vertrouwen in -het-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1971 | | pagina 59