L O - 3 - door gedeputeerde staten is afgegeven. Het voorbereidingsbesluit opent de mogelijkheid om een verklaring van geen bezwaar aante vragen voor de oprichting van andere gebouwen dan "steenfabriek". De heer Roomer zou liever zien dat de gemeente het bedoelde fa brieksterrein aankocht en in exploitatie bracht als grond voor woningbouw, bungalows e.d.. De voorzitter meent dat aan die exploitatie grote risico's ver bonden zijn; de exploitatie van dit terrein kan beter aan particu lieren worden overgelaten. De heer Kuijlen merkt op dat enige tijd gelegen verzocht is om te beoordelen of in het gebied Lindonk nog terreinen bestemd zouden kunnen worden voor recceatiedoeleinden bijv.standplaatsen voor caravans. De voorzitter antwoordt dat bij een herziening van het bestemmings plan voor het steenfabrieksterrein ook gelet zal worden op de be stemming van gronden in de naaste omgeving daarvan. De heer Kuijlen informeert of de oven van de steenfabriek niet gebruikt zou kunnen worden voor vuilverbranding. De voorzitter antwoordt dat de installatie niet berekend is op vuilverbranding, voorts zal vuilverbranding moeten geschieden in samenwerking met andere gemeenten en daarvoor ligt het fabrieks terrein niet centraal genoeg. Overigens is vuilverwerking nog steeds een onderwerp van studie. De heer de Vos merkt op dat indertijd het fabrieksterreinis aangelegd in een mooi gelegen natuurgebied. Spreker zou niet gaarne zien dat thans de mogelijkheid wordt geschapen om hierop veel bebouwing toe te laten; liever zag hij dat het gebied zo goed mogelijk wordt aangepast aan het landschap van de z.g.Brabantse wal. De voorzitter antwoordt dat de gedacht van de heer de Vos alleen te verwezenlijken is indien de belangen van de grondeigenaar zich daar niet tegen verzetten. De voorzitter kan zich de gedachtengang van de heer de Vos inden ken, maar de eigenaar zal daartoe moeilijk te bewegen zijn indien de huidige bestemming "steenfabriek" gehandhaafd blijft. Na de sluiting van de steenfabriek heeft het gebied thans practisch geen gebruikswaarde meer. Indien een voorbereidingsbesluit wordt geno men, kan in overleg met de grondeigenaar en de planologische dienst een passende bestemming voor dit gebied gekozen worden. Hierdoor zal het voor de eigenaar ook financieel haalbaar worden om de steen fabriek te laten slopen. Wethouder Bogers meent dat het terrein een andere bestemming kan krijgen zonder dat het natuurschoon aldaar verder wordt aangetast. In het te wijzigen bestemmingsplan ten daarmede rekening worden gehouden. De heer Hoek vindt het juist om thans een voorbereidingsbesluit te nemen, zodat gezocht kan worden naar een andere bestemming voor dit terrein. Later kan dan een ontwerp-plan van de gewijzigde be stemming aan de raad ter beoordeling worden voorgelegd. De voorzitter beaamt zulks, maar merkt daarbij op dat op grond van het voorbereidingsbesluit zonder de raad te horen bouwvergunning zou kunnen worden verleend nadat door gedeputeerde staten een ver klaring van geen bezwaar is afgegeven. Daarom acht spreker het be ter vooraf het oordeel van de raad te vernemen. De heer Roomer zou het voorbereidingsbesluit liever beperkt willen zien tot het bebouwde deel van het fabrieksterrein opdat voorkomen kan worden dat het gehele terrein bebouwd zal worden. De voorzitter ziet liever dat het gehele gebied in het voorberei dingsbesluit betrokken wordt; bij eventuele onderhandelingen -over-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1971 | | pagina 53