- 5 -
het voorstel van burgemeester en wethouders.
10 «J VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR UITBREIDING
VAN DE STRAATVERLICHTING AAN DE ZANDSTRAAT E.O, Raadsvoorstelnr125C
13e wijziging gemeentebegroting 1971.
De heer Luijsterburg juicht het voorstel toe doch zag gaarne dat
tevens verlichting zou worden aangebracht nabij de tunnelingangen
aan de Zuidgeest en bij de kruising Antwerpsestraatweg-Fianestraat.
De voorzitter zegt toe dat nogmaals bij gedeputeerde staten hierop
zal worden aangedrongen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
11.VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR UITBREIDING
EN AANVULLENDE INRICHTING VAN DE WERKRUIMTEN VOOR DE ADMINISTRA
TIEVE DIENST VAN DE GEMEENTE. Raadsvoorstelnr1249. 14e wijziging
van de gemeentebegroting 19 71.
De heer Kui jlen bdreurt'het dat dit pand Raadhuisstraat 56 des
tijds niet is aangekocht. Overigens vindt spreker dat het pand
Raadhuisstraat 124 niet volledig benut wordt.
De voorzitter antwoordt dat het pand Raadhuisstraat 124 intensief
wordt gebruikt en niet zo geschikt is voor gemeentelijke diensten
met veel aanloop van publiek.
De heer de Vos merkt op dat tegenover de huurlasten van Raadhuis-
straat 56 de huuropbrengst staat van Raadhuisstraat 124, terwijl
Raadhuisstraat 56 zeer goed geschikt is voor publiek dienstbetoon.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
Vervolgens besluit de raad bij hoofdelijke stemming, waarbij alle
leden voor stemden, om terzake van het crediet voor uitbreiding
*~n aanvullende inrichting van de werkruimten voor de administra
tieve dienst van de gemeente uitgaven te doen alvorens deze be
grotingswijziging is goedgekeurd door gedeputeerde staten.
12.VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING AAN EEN AANVRAGE EX
ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 TEN BEHOEVE VAN DE MARIA-
SCHOOL. Raadsvoorstelnro1252. 15e wijziging gemeentebegroting 1971.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
13èBENOEMING VAN EEN WAARNEMEND WETHOUDER.
De voorzitter deelt mede dat het het meest aantrekkelijk
is om zoveel mogelijk een voltallig college van burgemeester en
wethouders te hebben.
De heer Kuijlen ziet de noodzaak niet in; in naburige gemeenten
vindt ook geen algemene aanwijzing plaats. De waarnemend wethouder
kan zich toch moeilijk steeds direct in alle zaken inwerken en
geeft zo'n wethouder een zeer verantwoordelijke taak.
De voorzitter antwoordt dat de raadsleden met de meeste zaken
al gedeeltelijk op de hoogte zijn. Juist indien een waarnemend
wethouder voor de gehele zittingsperiode wordt benoemd zal hij
meerdere malen bij de besluitvorming van burgemeester en wethouders
betrokken worden.
De heer Jansen is van mening dat een waarnemend wethouder zijn
nut kan hebben, maar ook nadelen kan opleveren. Spreker waarschuwt
voor cfe eventuele gevolgen welke de benoeming van een waarnemend
wethouder met zich kan brengen.
De heer de Vos ziet wel voordelen in het voorstel aangezien de
waarnemend wethouder een goede ervaring krijgt voor eventuele
latere praktijk. Indien twee leden van het college van burge
meester en wethouders moeten beslissen, ligt het beslissend element
wel zwaar bij de voorzitter. In de praktijk stelt men in zo'n geval
een belangrijke beslissing wel uit totdat het college wederom