- 2 - o O q U <j 4- VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT INGEVOLGE DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING Raadsvoorstel nr.1087. De heer de VOS meent dat in het structuurplan is gerekend op een spoorlijn over de Heiakkers en Onderstal. De VOORZITTER antwoordt dat te zijner tijd bezien zal moeten worden of en zo ja welke gronden verworven moeten worden voor de aanleg van een spoorlijn. De heer J„J.JANSEN vraagt of reeds contact is opgenomen met de grondeigenaren in het Bestemmingsplan Oost III. De VOORZITTER antwoordt dat reeds met enkele eigenaren over eenstemming is bereikt. De Leer VERSWIJVER neemt nog niet gaarne een beslissing over wijziging van bestemming van deze gronden. De VOORZITTER attendeert er' op dat het thans een voorberei- dingsbesluit betreft en nog geen vaststelling van een ge wijzigd Bestemmingsplan. De heer VERSWIJVER zag liever dat de gemeente eerst zoveel mogelijk de grond in eigendom verwerft en dan pas wijziging van de bestemming voorstelt. De VOORZITTER licht toe dat een voorbereidingsbesluit eigen lijk betreft "bevriezing van de bestaande toestand" om te voorkomen dat op die gronden nu kostbare voorzieningen worden getroffen die slechts enkele jaren nut zullen opleve ren en eventueel met hoge kosten door de gemeente verworven kunnen worden. De heer J.J.JANSEN deelt mede dat in het plan Oost III thans enkele woningen staan. De daarbij behorende grond zal nu een andere bestemming krijgen volgens spreker. De VOORZITTER antwoordt dat de betreffende gronden thans reeds zijn bestemd als sportterrein en zwembad en derhalve niet bebouwd mogen worden. De heer J.J.JANSEN is van mening dat de grond bij de huidige woningen thans een hoge waarde heeft. De VOORZITTER antwoordt dat bij de berekening van de koopsom daarmede rekening za] worden gehouden, d"ch dat er geen reke ning zal worden gehouden met de toekomstverwachtingen van de eigenaren. De heer VERSWIJV&R wijst op de moeilijkheden die kunnen rij zen bij de prijsbepaling van de diverse soorten grond. De VOORZITTER antwoordt dat dit punt thans niet aan de orde is. De heer A.M.JANSEN informeert of het waardeverschil zal worden vergoed voor grond die bouwgrond is en een andere bestemming krijgt. De VOORZITTER antwoordt dat bij de prijsberekening met die factor rekening zal worden gehouden, mits die zeker aanwe zig is. De heer KUIJLEN verwacht moeilijkheden bij verwerving van 1andbouwgrondenSpreker meent dat bekeken zal moeten worden of een bedrijf in zijn geheel door de gemeente aangekocht wordtzodat de verkoper voorkeur verwerft bij verkrijging van een nieuw bedrijf bij de Stichting Beheer Landbouwgronden. De VOORZITTER meent dat deze zaken meestal bij de kooponder handeling. ter sprake komen. De heer VERSWIJVER merkt op accoord te kunnen gaan met het voorstel mits de Raad niet zal worden gebonden aan bepaalde grondprij zen. De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming con form het voorstel van Burgemeester en Wethouders.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1969 | | pagina 83