2 2 2
9 -
De heer EUIJLEN merkt op dat de vestiging van een woonwagen
kamp voor de omgeving daarvan talrijke problemen oproept;
daarom moeten de woonwagenkampen liefst op afgelegen gebieden
worden geprojecteerd.
De VOORZITTER stelt voor om een motie van de Raad op te
stellen inzake de vestiging van het tweede regionale woon
wagenkamp in West-Brabant.
De SECRETARIS leest de ontwerp-motie voor. Deze behelst do
volgende overwegingen: a. dat do aanwijzing van de plaats van
vestiging van een tweede woonwagenkamp in West-Brabant tot de
verantwoordelijkheid van de gezamenlijke West-Brabantse ge
meenten behoort;
b. dat mede met het oog op do ge
plande vestiging van een volwaardig woonwagenkamp te
Roosendaal de vestiging van nog een woonwagenkamp in West-
Brabant op het grondgebied van Bergen op Zoom het meest
in de rede ligt, te meer daar in Bergen op Zoom reeds een
onvolwaardig woonwagenkamp aanwezig is hetwelk verdwijnt
bij stichting van het tweede volwaardige woonwagenkamp;
c, dat het voorts onaanvaardbaar is
dat buiten het Gemeentebestuur van Woensdrecht om overleg,
in v/elke vorm ook, wordt ondernomen over aanwijzing van
Woensdrecht als plaats van vestiging van een tweede woon
wagenkamp in West-Brabant.
De heer VERSWIJVER vraagt of in dit geval ook weer naar oen
schuldige gezocht moet worden, want er zit iets scheef volgens
spreker.
Wethouder de WEERT antwoordt dat hot argument van Bergen op
Zoom: dat in het bestemmingsplan niet op do vestiging van oon
woonwagenkamp is' gerekend, evenzeer en in dezelfde mate geldt
voor Woensdrecht.
De heer VERSWIJVER stelt zich volledig achter de motie maar
vreest toch dat de "wijze mannen" zullen aandringen dat het
woonwagenkamp in Woensdrecht gevestigd wordt.
De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming de
ontwerp-motie te aanvaarden en deze tc zenden aan Gedeputeerde
Staten van No or ai-Brabant, de Commissie van Goede Diensten,
de Gemeentebesturen van Bergen op Zoom en Roosendaal en Nispen
en aan het Woonwagoneentrum West-Brabant.
UITBREIDING AARDGASLEIDINGNET IN HET NOORDEN DER GEMEENTE.
De heer LUIJSTERBURG betreurt het dat eerdere pogingen on
de Heimolen e.o. aan te sluiten op het aardgasnet nog steeds
niet zijn gelukt.
De VOORZITTER geeft eon overzicht van do stappen welke door
het Gemeentebestuur zijn ondernomen sedert april 1967;
op 3 november 1969 is het verzoek herhaald en daarbij is
Intergas erop geattendeerd dat het raadzaam is om de leidingen
welke de Antwerpsestraatweg kruisen reeds thans aan te leggen
in verband met de vergevorderde plannen voor reconstructie
en verlegging van die weg.
De heer VERBOVEN merkt op dat door gasvoorziening het bouwen
op de Heimolen aantrekkelijker gemaakt zal worden.
De VOORZITTER beaamt dit, maar voegt er aan toe dat de be
bouwing in het bestemmingsplan maar zeer beperkt is toegestaan.
De heer LUIJSTERBURG deelt mede dat do bouwers nu twijfelen
of zij wel gasleidingen in hun woning zullen aanleggen.
- Wethouder -