2 2 2 9 - De heer EUIJLEN merkt op dat de vestiging van een woonwagen kamp voor de omgeving daarvan talrijke problemen oproept; daarom moeten de woonwagenkampen liefst op afgelegen gebieden worden geprojecteerd. De VOORZITTER stelt voor om een motie van de Raad op te stellen inzake de vestiging van het tweede regionale woon wagenkamp in West-Brabant. De SECRETARIS leest de ontwerp-motie voor. Deze behelst do volgende overwegingen: a. dat do aanwijzing van de plaats van vestiging van een tweede woonwagenkamp in West-Brabant tot de verantwoordelijkheid van de gezamenlijke West-Brabantse ge meenten behoort; b. dat mede met het oog op do ge plande vestiging van een volwaardig woonwagenkamp te Roosendaal de vestiging van nog een woonwagenkamp in West- Brabant op het grondgebied van Bergen op Zoom het meest in de rede ligt, te meer daar in Bergen op Zoom reeds een onvolwaardig woonwagenkamp aanwezig is hetwelk verdwijnt bij stichting van het tweede volwaardige woonwagenkamp; c, dat het voorts onaanvaardbaar is dat buiten het Gemeentebestuur van Woensdrecht om overleg, in v/elke vorm ook, wordt ondernomen over aanwijzing van Woensdrecht als plaats van vestiging van een tweede woon wagenkamp in West-Brabant. De heer VERSWIJVER vraagt of in dit geval ook weer naar oen schuldige gezocht moet worden, want er zit iets scheef volgens spreker. Wethouder de WEERT antwoordt dat hot argument van Bergen op Zoom: dat in het bestemmingsplan niet op do vestiging van oon woonwagenkamp is' gerekend, evenzeer en in dezelfde mate geldt voor Woensdrecht. De heer VERSWIJVER stelt zich volledig achter de motie maar vreest toch dat de "wijze mannen" zullen aandringen dat het woonwagenkamp in Woensdrecht gevestigd wordt. De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming de ontwerp-motie te aanvaarden en deze tc zenden aan Gedeputeerde Staten van No or ai-Brabant, de Commissie van Goede Diensten, de Gemeentebesturen van Bergen op Zoom en Roosendaal en Nispen en aan het Woonwagoneentrum West-Brabant. UITBREIDING AARDGASLEIDINGNET IN HET NOORDEN DER GEMEENTE. De heer LUIJSTERBURG betreurt het dat eerdere pogingen on de Heimolen e.o. aan te sluiten op het aardgasnet nog steeds niet zijn gelukt. De VOORZITTER geeft eon overzicht van do stappen welke door het Gemeentebestuur zijn ondernomen sedert april 1967; op 3 november 1969 is het verzoek herhaald en daarbij is Intergas erop geattendeerd dat het raadzaam is om de leidingen welke de Antwerpsestraatweg kruisen reeds thans aan te leggen in verband met de vergevorderde plannen voor reconstructie en verlegging van die weg. De heer VERBOVEN merkt op dat door gasvoorziening het bouwen op de Heimolen aantrekkelijker gemaakt zal worden. De VOORZITTER beaamt dit, maar voegt er aan toe dat de be bouwing in het bestemmingsplan maar zeer beperkt is toegestaan. De heer LUIJSTERBURG deelt mede dat do bouwers nu twijfelen of zij wel gasleidingen in hun woning zullen aanleggen. - Wethouder -

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1969 | | pagina 72