199
4 -
3o VOORSTEL INZAKE AANBESTEDING VAN DE AMBTSWONING VOOR DE BURGE
MEESTER» Raadsvoorstel nr»l047»
Wethouder de WEERT licht het pre-advies toe»
De heer VERSWIJVER komt terug op de dure ambtswoning voor de
Burgemeester;, spreker heeft destijds met het voorbereidingsbe-
sluit ingestemd omdat toen gezegd word dat die ambtswoning
circa /»100»000,zou kosten; nu blijkt deze woning 160.000,—
te gaan kosten»
Wethouder de WEERT antwoord dat thans niet het crediet voor de
bouw van deze woning aan de orde is, maar de wijze van aanbe
steding»
De heer VERSWIJVER wil zijn mening toelichten; spreker is tegen
de aanbesteding van deze ambtswoning omdat hij de bouwkosten te
hoog vindt; voorts zal er ook wel méérwerk bijkomen; voorts
blijft een groot deel van de exploitatielasten ook nog ten laste
van de gemeente; spreker vreest dat de gemeente, bij een eventueel
vertrek van Burgemeester De Leeuw, mot een dure woning zit te
kijken die moeilijk te verhuren of te verkopen zal zijn, tenzij
aan een "vreemde"»
De heer J„J»JANSEN vindt de motivering voor onderhandse aanbeste
ding-zoals deze in het pre-advies is gesteld-juist maar sluit zie:
anderzijds aan bijde mening van de heer Verswijver»
De VOORZITTER schorst de openbare vergadering en de Raad gaat
in besloten vergadering over»
De VOORZITTER heropent de openbare vergadering»
De heer J»J»JANSEN deelt mede dat hij tegen het voorstel zal
stemmen omdat hij tegen de hoge bouwkosten van deze woning is»
De heer VERSWIJVER sluit zich aan bij het standpunt van de heer
J.JoJansen»
De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform
het voorstel van Burgemeester en Wethouders; de Leden J.J.Jansen
en Verswijver verzoeken aantekening dat zij tégen het voorstel
stemmen»
4» VOORSTEL INZAKE TOEKENNING VAN EEN DUURTETOESLAG 1969» Raads
voorstel nr.1051»
De heer van ZUNDERT pleit voor een hogere toeslag aan de hogere
ambtenaren zodat hun toeslag gelijk is aan die geldt voor het
rijkspersoneel»
De VOORZITTER antwoordt dat de toeslag niet meer dan gemiddeld
ƒ.140,- mag bedragen; de duurtetoeslag is bedoeld als compen
satie van de prijsstijging voor het eerste levensonderhoud; deze
prijsverhoging drukt relatief het zwaarst op de laagst bezoldig
den»
De heer A»M»JANSEN merkt op dat de hogere ambtenaren toch al netto
minder overhouden wegens do progressieve belastingdruk; voorts
krijgen de Burgemeester, secretaris, politie en onderwijzend
personeel allen de volle toeslag van 1%; spreker stelt voor om
de rijksregeling van toepassing te verklaren en aan alle ambte
naren een duurtetoeslag van 1% toe te kennen»
Wethouder BOGERS meent dat een éénmalige duurtetoeslag voor alle
ambtenaren hetzelfde moet zijn; het nadeel dat de hogere ambtena
ren ondervinden weegt niet op tegen het voordeel voor de lagere
ambtenaren»
De heer J»J.JANSEN pleit er voor om de rijksregeling van 1% te
volgen; nu wordt voorgesteld om voor de lagere ambtenaren een
gunstige regeling te treffen ten kosten van de uitkering voor de
hogere ambtenaren»
De heer VERSWIJVER vindt aan beide regelingen een kwade zijde;
spreker vraagt of geen tussenoplossing gevonden kan worden»