Af
186
- 5 -
De heer VERBOVEN verzoekt om het aangelegde voetbalveld zeer spoedig
af te rasteren omdat anders de grasmat wordt beschadigd door de
spelende jeugd.
Wethouder BOGERS zegt dat de afrastering zeer spoedig geplaatst zal
worden.
Be heer KUIJLEN vindt het juist om thans de voorgestelde subsidies
te verlenen en voor verdere subsidieverlening de ontwikkeling van
W.V.V,'67 af te wachten.
De RAAD besluit vervolgens ®nder hoofdelijke stemming conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9. VOORSTEL TOT HERNIEUWDE VASTSTELLING VAN EEN VERPLAATSINGSKOSTEN-
VERORDENING. Raadsvoorstel nr.1027.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
10. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN BIJZONDERE REGELING INZAKE HET
AANGAAN VAN ARBEIDSOVEREENKOMSTEN. Raadsvoorstel nr.1028.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
11VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE STAAT VAN ONINBARE EN NOG TE
VERHALEN POSTEN OVER 1967,
De heer de VOS informeert waarop de vordering ad ƒ.4500,72 op de
Stichting Regionaal Woningbezit betrekking heeft.
De VOORZITTER antwoordt dat dit betreft: de kosten van riolcrings-
werkzaamheden ten behoeve van het complex van 51 premiewoningen.
De RAAD besluit vervolgens deze staat vast te stellen conform het
aangeboden ontwerp,
12. VOORSTEL TOT DEELNEMING AAN EEN OVEREENKOMST BETREFFENDE SCHOOL
PSYCHOLOGISCHE DIENSTVERLENING. Raadsvoorstel nr.1030.
Op verzoek van de heer de VOS licht de VOORZITTER het voorstel toe
aan de hand van het pre-advies.
De heer KUIJLEN waardeert de totstandkoming van deze dienstverlening
deze bevordert een tijdige en juiste schoolkeuze, welke vaak van
groot belang is voor de kinderen zelf.
De heer VERSWIJVER informeert of het afnemen van de test op basis
van vrijwilligheid geschiedt.
De VOORZITTER antwoordt dat de medewerking aan het schoolpsycholo
gisch onderzoek geschiedt voor zover de ouders daartoe hun leerling
toestemming verlenen.
De heer JANSEN informeert of de ouders, indien een onderzoek daartoe
aanleiding geeft, verplicht kunnen worden om die kinderen naar een
bepaalde school te zenden.
Wethouder de WEERT antwoordt dat zij hiertoe niet verplicht kunnen
worden, maar dat de ouders er wel op worden gewezen dat opvolging
van het advies zeer zeker in het belang van het kind zal zijn. In
dit verband wijst srreker op de goede regeling welke getroffen is
voor het vervoer van BLOleerlingen van en naar school: per speciale
schoolbus en onder geleide.
De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Niets meer ter behandeling in de openbare vergadering aan de orde zijnde
stelt de Voorzitter voor om in besloten vergadering over te gaan.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van '6 0 JUNI 1969
De Voorzitter,
13