184
- 3 -
Wethouder de WEERT schetst de gang van zaken in verhand met de
geplande scholenbouw en -wisseling; in het kader hiervan is do
bouw van die twee noodlokalen noodzakelijk geworden. De afstand
van de Kleuterscholen tot de v/oongebieden in aanmerking nemende,
wijst spreker op de behoefte om de kleuters zover naar school te
begeleiden totdat zij verkeersgevaarlijkc punten zijn gepasseerd.
De hoer VERSWIJVER merkt op dat van Regeringszijde enerzijds wordt
aangedrongen om noodwoningen te slopen, maar anderzijds de bouw vo.n
noodlokalen voor schoolhuisvesting noodzakelijk gemaakt wordt.
De heer WEIJTS meent dat op de lange duur bezien, de bouw van nood
lokalen uiteindelijk duurder is dan definitieve scholenbouw.
De VOORZITTER antwoordt dat bij do stichting van een nieuwe school
het niet steeds mogelijk is om direct een urgentievcrklaring te
krijgen voor een volledige zesklassige school, daarom wordt dan
voorlopig genoegen genomen met oen toestemming voor bijv. 3 of
4 klassen.
De SECRETARIS licht toe dat in het kader van het conjunctuurbeleid
van de Regering het Ministerie van Onderwijs een zeker investerings
beleid toepast; ook al kan voor oen bepaalde school de behoefte aan
oen zeker aantal klaslokalen met cijfers worden aangetoond, dan
volgt de urgentieverklaring voor het aantal te bouwen klaslokalen
nog naargelang de bestedingsruimte welke het Ministerie van Onder
wijs ter beschikking staat.
De heer de VOS betreurt het dat op deze wijze een zeer geringe auto
nomie voor het gemeentebestuur bestaat.
De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5. Dit agendapunt is van de agenda afgevoerd.
6. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT MET BETREF-
PENDE REGELEN INZAKE BESTEMMINGSPLAN INDUSTRIETERREIN. Raadsvoorstel
nr. 1024.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
7. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN SUBSIDIEREGELING VOOR PLAATSELIJKE
FANFARESRaadsvoorstel nr. 1023. 16e wijziging gemeentebegroting 1969
De heer J.J. JANSEN stelt voor om beide fanfares eenzelfde subsidie
bedrag te geven, derhalve elk f. 2125,
De VOORZITTER vindt het onjuist om af te wijken van het advies van
de Stichting SOMNO.
Wethouder de WEERT merkt op dat het verzoek om gewijzigde subsidie
is gedaan door en na onderling overleg van beide fanfares.
De hoer J.J, JANSEN stelt hiertegenover dat de Fanfare De Schelde-
zoncn geen vermakelijkheidsbelasting behoeft te betalen voor de
door haar georganiseerde voorjaarskermisdit is ook een vorm van
subsidie.
De VOORZITTER antwoordt dat indien de Fanfare Aurora een hoger
subsidie wenst, zij een gemotiveerd verzoek kan indienen.
De heer J.J. JANSEN verzoekt zijn voorstel in stemming te brengen.
Wethouder BOGERS attendeert er ook op dat het subsidieverzoek door
beide fanfares gezamenlijk en na onderling overleg is ingediend.
Spreker zou daarom gaarne de mening van het Lid Minnebach (tevens
Bestuurslid van Aurora) vernemen.
- De -