180 - 9 - De heer VERSWIJVER antwoordt dat hij al meer gezegd heeft dat hij zich als "eenling" beschouwt; overigens behoudt spreker gaarne contact met iedereen, ook met de Voorzitter. De VOORZITTER zal trachten duidelijker te spreken. Indien de heer Verswijver zich niet meer wil beschouwen als lid van de fractie, op wier lijst hij gekozen is, kan hij dit schrifte lijk mededelen en verzoeken om een andere plaats. De heer KUIJLEN verzoekt om met de belendende eigenaren van waterlossingen overleg te plegen over de voorgeschreven zandrui- mingswerkzaamheden in verband met uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden op de hoger gelegen zandgronden. Wethouder de WEERT antwoordt dat voor eventuele gewassenschade tijdens de uitvoering van verbeteringswerkzaamheden aan de hoger gelegen waterlossingen een regeling is getroffen. Na voltooiing van die verbeteringswerkzaamheden wordt verwacht dat in de Prins-Karelpolder geen overlast van aangespoeld zand zal worden ondervonden. Wethouder BOGERS zegt toe de uitvoerders erop de laten wijzen dat het meegesleurde zand regelmatig moet worden geruimd. BESPREKING VOORSTUDIE STREEKPLAN WEST-BRABANT. Raadsvoorstel nr.1019. De VOORZITTER verwijst naar het pre—advies. De heer de VOS vindt dat Woensdrecht goed uit de bus is geko men bij dit Streekplan; alleen het dorp Woensdrecht komt er minder goed af. De VOORZITTER antwoordt dat in het plan-zelf Hoogerheide en Woensdrecht meer als één eenheid worden beschouwd. Overigens verwijst spreker naar het terzake gestelde in de slotconclusie sub 1. De heer de VOS vindt dat de positie van het vliegveld in het streekplan onvoldoende uit de verf is gekomen. De VOORZITTER beaamt zulks; spreker meent dat de Provincie geen zeer grote interesse toont voor de bestemming van de Vliegbasis. In de conclusie wordt sub 4 dan ook duidelijker onderstreping van dit aspect gevraagd. De heer JANSEN informeert of de N.V.Aero-Woensdrecht reeds stappen heeft ondernomen inzake exploitatie van de Vliogbaas. Do VOORZITTER antwoordt dat regelmatig besprekingen worden gevoerd met de hoogste Regeringsinstanties en o.a. ook met de K.L.M.Van de K.L.M. is bekend dat zij een groot belang in de vliegbasis Woensdrecht ziet. De heer JANSEN informeert of ook de beheerders van de Vlieghaven Antwerpen zijn benaderd. Do VOORZITTER antwoordt ontkennend; dergelijk internationaal overleg stuit op formele moelijkhedenterwijl zo'n overleg thans nog weinig zin heeft omdat N.V.Aero-Woensdrecht zelf nog niet weet welke service op de Vliegbasis Woensdrecht gebo den kan worden. De heer JANSEN herhaalt nogmaals zijn mening dat men in Woens drecht het oog meer op het Zuiden Antwerpenmoet richten; daar heeft men meer geld ter beschikking en is men reëler bij onderhandelingenin het noorden komt alles in een papiermolen om er als kaf uit te komen. De VOORZITTER acht het beter om eerst dan reclame te gaan maken als men iets concreets kan aanbieden; overigens zal /uitwerpen niet zo vlug zijn definitieve keuze op Woensdrecht laten vallen ten koste van het verlies van een eigen vliegveld.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1969 | | pagina 30