149 De vuilnisstortplaats biedt nog ruimte voor circa 7 maanden vuil nis te storten. Er moot dus op korte termijn naar een andere stort plaats uitgezien worden» Dit is een zeer moeilijk probeleem dat echter ook in veel andere gemeenten aan de dag treedt» Do vuil verwerking heeft reeds de aandacht op de regio bespreking» Ook in de Commissie van Openbare werken zal dit punt aan de orde gesteld worden» Daarin kan dan de heer Verswijver zijn positieve bijdrage^ leveren; er zal bekeken worden of in regionaal verband het huisvuil tot compost verwerkt kan worden dat weer bruikbaar is voor de gemeen te. Nogmaals verzoekt spreker aan de heer Verswijver om in de Commissie Openbare werken met suggesties of voorstellen te komen» De heer de VOS heeft geconstateerd dat er inderdaad zeer veel brand baar materiaal als grof vuil wordt meegegeven; vroeger stookte men veel daarvan op, doch tegenwoordig is daar geen behoefte meer aan» Misschien zou het goed zijn het brandbare materiaal uit te sorteren en afzonderlijk te verbranden (onder toezicht van de brandweer) zodat het minder ruimte vergt. De heer JANSEN stemt in met de mening van de heer dc Vos» Overigens hoopt spreker dat in het vervolg de vergaderingen van het Collcg.. van Burgemeester en Wethouders en van de Raad de zaken op gemoe delijke wijze besproken kunnen worden en dat er geen rellen ver oorzaakt zullen worden. Verswiivpr zie raad 28 jan.69) Wethouder BOGERS verwacht dat de heer xn het vervolg voor af met de Wethouder overleg zal plegen, alvorens bepaalde zaken op critische wijze in de Raad ter sprake te brengen. Zaken welke op langere termijn bekeken moeten worden, behoren vooraf behan deld te worden in de Commissie voor Openbare werken. De heer JANSEN informeert voorts naar de post "Wedden voor perso neel Gemeentewerken". Alhoewel Burgemeester en Wethouders verklaren dat er geen behoefte bestaat aan uitbreiding van het personeel bij Gemeentewerken en daarvoor ook geen post is geraamd op de be groting, is toch iemand gepolst om gemeentewerkman te worden» De heer VERSWIJVER beaamt dit en verwijst naar een brief van 31 oktober 1968. De VOORZITTER antwoordt dat de bedoelde persoonbehoorde tot dc groep van sollicitanten bij een inmiddels aangevulde vacature. Aan de genen die niet benoemd zijn, is toen geschreven dat van hun sol licitatie geen gebruik gemaakt zal worden. Met de ouders van be doelde sollicitant is uit andere hoofde nog langer contact geweest en daarbij is de mogelijkheid open gelaten dat die sollicitant bij een eventuele vacature in aanmerking zou kunnen komen; "*m hem regarderende redenen heeft later sollicitant verklaard dat hij niet meer voor een aanstelling in aanmerking wenst te komen; om alle misverstand te voorkomen is deze verklaring door het gemeente bestuur bij brief van 31 oktober 1968 bevestigd. De Voorzitter leest de brief voor. De heer JANSEN merkt op datsollicitant bij een later ontstane vacature niet is gepolst. Wethouder BOGERS antwoordt dat bij het vervullen van een vacature ook gelet moet worden op bepaalde vereisten voor de te vervullen functie: bezit van rijbewijs, diploma's vakbekwaamheid, enz. De heer COREMANS informeert naar het onderhoud van het rozenplant- soen in het grondcomplex Oost I. Het is een fraai plantsoen maar er zijn verschillende rozenstruiken afgestorven. De VOORZITTER antwoordt dat dit plantsoen in het voorjaar wordt in geboet. De heer COREMANS merkt op dat de abri welke voor het pand Raadhuis straat 124 is geplaatst gedeeltelijk het uitzicht belemmert voor een uitrit naast dat pand.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1968 | | pagina 76