Ill - 5 - De her COREMANS heeft vertrouwen in het College van Burgemeester en Wethouders en in de Raad. Spreker vindt dat de gemeente reeds zeer veel gedaan heeft voor verbetering van de sportaccomodatie. De heer MINNEBACH vindt het vreemd dat in het Raadsvoorstel nr. 982 onder punt 4 inzake de instelling van een Financiële commissie, is vermeld dat de meerderheid van het College van Burgemeester en Wethouders die instelling niet van voldoende belang achten; bij andere voorstellen laat men anders niets blijken over het stand punt van de afzonderlijke leden van het College van Burgemeester en Wethouderso De VOORZITTER acht het juist dat de Raad nauwkeurig wordt voorge licht dat over dat punt geen eenstemmingheid bestond in het College van Burgemeester en Wethouders. Wethouder de WEERT protesteert met klem tegen het vermelden van "meerderheid" bij dit punt; daardoor wordt een bepaalde stemverhou ding in het College aan de openbaarheid prijsgegeven. Spreker ziet dit als een rechtstreekse aanval van de Burgemeester op de Wethou ders; spreker wenst dan ook andere feiten en verhoudingen openbaar te maken. De VOORZITTER protesteert tegen deze handelwijze en attendeert dé. Wethouder er op dat hij zich aan het agendapunt "Vaststelling be- groting"zal moeten houden. Wethouder de WEERT poogt herhaaldelijk zijn grieven gedetailleerd mede te delen en volstaat uiteindelijk met een beknopte samenvat ting van zijn bezwaren» Hij stelt vervolgens dat hij als wethouder wil opbouwen en niet afbreken; er moet veel veranderd worden. De Raadsleden zijn er in het belang van de gemeente cn de Wethouders moeten meebeslissen. Reeds meerdere malen is in het College van Burgemeester en Wethouders aangedrongen op samenwerking en verbe tering in de relatie tussen de Burgemeester en de Wethouders. Spre ker wil van de gemeente geen papieren warwinkel maken, maar een voor uitstrevende plaats waar practisch gewerkt moet worden, ook op het gebied van de administratie. Volgens spreker heeft de Burge meester reeds meerdere malen beterschap beloofd, maar met vergeefs resultaat. De Wethouders wensen in eerste instantie mee te beslis sen en er moet van nu af verbetering komen, ook tegenover de ad ministratie. Spreker heeft altijd gezegd dat de mensen bij hem te recht kunnen, doch nu zegt hij: "ik haal de voordeur en achterdeur eraf, dan kunnen ze zo binnenlopen". De VOORZITTER antwoordt dat de naar voren gebrachte moeilijkheden beter intern besproken hadden kunnen worden en vindt de nu toege paste behandeling erg vervelend. Wethouder BOGERS vindt de redactie van punt 4 in het Raadsvoorstel nr.982 ook niet correct; in het verleden is zulks ook nooit ge beurd. Als de Voorzitter door die redactie iets wil laten blijken over de stemmenverhouding, dan moet zulks ook geschieden bij andere voorstellen of besluiten. De VOORZITTER vindt dat het een democratisch recht van een lid van het College is om zijn persoonlijk standpunt over een onderwerp te laten blijken; het is heel gewoon dat in de Raad gesproken wordt over het standpunt van de leden van het College' van Burgemeester en Wethouders, derhalve mag het ook geschreven worden; dit komt ook oldens voor. Hij acht het onjuist een zakelijk meningsverschil te beschouwen als een persoonlijke aanval. Wethouder de WEERT meent dat dan ook vermeld had moeten worden wie er voor of tegen gestemd heeft. De VOORZITTER wenst deze bespreking te beëindigen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1968 | | pagina 74